Smartinhalers met feedback en alarm verbeteren klinische uitkomsten bij kinderen met slecht gecontroleerde astma
Sebastiaan Zborowski en Anuschka Zohlandt, apothekers in opleiding tot specialist
maart 2017
Waarom dit onderzoek?
Suboptimale therapietrouw van inhalatiecorticosteroïden komt vaak voor bij kinderen met astma. Eerdere studies, waarin onderzoek werd gedaan naar het effect van elektronische doseerregistraties (smartinhalers), lieten een verbeterde therapietrouw zien, maar dit had een effect op klinische uitkomsten.
Onderzoeksvraag
Kan het gebruik van smartinhalers, in combinatie met actieve feedback van een arts, klinische uitkomsten verbeteren in kinderen met slecht gecontroleerde astma ten opzichte van een controlegroep die geen feedback ontvangt?
Hoe werd dit onderzocht?
Er werden 90 kinderen van 6 tot 16 jaar gerandomiseerd in twee groepen, waarbij 47 patiënten aan de interventiegroep werden toegewezen en 43 aan de controlegroep. De kinderen gebruikten inhalatiecorticosteroïden en hadden een Asthma Control Questionnaire (ACQ)-score van tenminste 1,5, wat een indicatie is voor slecht gecontroleerde astma. In beide groepen ontvingen de patiënten een smartinhaler, die werd bevestigd aan de inhalator. Gedurende een jaar werden alle patiënten elke drie maanden gezien in de kliniek.
In de interventiegroep werd er met het doseerregistratiesysteem een dagelijks alarm ingesteld. Daarnaast werden de resultaten van de registratie elke drie maanden bij terugkomst in de kliniek besproken. Er waren gesprekken over de therapietrouw, struikelblokken werden in kaart gebracht en een persoonlijke aanpak bedacht om verbeteringen aan te brengen. Bij de controlegroep werd geen alarm ingesteld. De smartinhaler werd wel uitgelezen, maar de resultaten werden niet besproken met de patiënt.
Belangrijkste resultaten
De primaire uitkomstmaat was de ACQ-score na twaalf maanden. Deze verbeterde in beide groepen in gelijke mate (>0,5). De secundaire uitkomsten bestaan uit therapietrouw en markers voor astmamorbiditeit. De resultaten werden geanalyseerd door middel van een intention-to-treat-analyse.
Het verschil in therapietrouw tussen beide groepen was significant en bedroeg 70% in de interventiegroep tegenover 49% in de controlegroep. De interventiegroep behield deze hoge score gedurende de hele studie, in tegenstelling tot de controlegroep. Deze stabiele, hoge therapietrouwscores in de interventiegroep hebben geleid tot een verbetering in secundaire uitkomsten. Patiënten in de interventiegroep hadden namelijk een significant lager aantal kuren orale corticosteroïden nodig (p=0,008; 95% BI 1,11-2,11) en er was sprake van minder ziekenhuisopnames (p≤0,001; 95% BI 1,46-12,13).
Consequenties voor de praktijk
Gebruik van alleen een smartinhaler laat na verloop van tijd weer een daling zien in therapietrouw. Echter, in combinatie met periodieke feedback en gesprekken over de therapietrouw, de struikelblokken en het opstellen van verbeterstrategieën, leidt dit tot een blijvend gunstig effect op de therapietrouw, een vermindering van het aantal kuren orale corticosteroïden en een daling van het aantal ziekenhuisopnames in kinderen met slecht gecontroleerde astma.
Literatuur
Morton RW, Elphick HE et al. STAAR: a randomised controlled trial of electronic adherence monitoring with reminder alarms and feedback to improve clinical outcomes for children with asthma. Thorax Published Online First 4 november 2016.