Risico op depressie niet lager door vitamine D3-suppletie
Nicole Hulsebos-Huijgen en Elize van der Hoeven, apothekers in opleiding tot specialist
november 2020
Waarom dit onderzoek
Observationele studies laten een verband zien tussen lage 25-hydroxyvitamine D-spiegels en een verhoogd risico op depressie op volwassen leeftijd. In verschillende gerandomiseerde klinische studies (RTC’s) is daarom onderzocht of vitamine D3-suppletie de kans op depressie bij volwassenen kan verminderen. Deze studies lieten – op één na – geen effect zien. Deze RTC’s zijn echter te klein van omvang, te kort van duur en de gebruikte doses vitamine D3 te laag om onomstotelijk vast te stellen of vitamine D3-suppletie de kans op depressie in de volwassen populatie kan verminderen.
Onderzoeksvraag
Kan langdurige suppletie met hoge dosis vitamine D3 – al dan niet in combinatie met visolie – de kans op depressie of stemmingsklachten verminderen in volwassenen van vijftig jaar en ouder?
Hoe werd dit onderzocht
In de Vitamin D and Omega-3 Trial-Depression Endpoint Prevention (VITAL-DEP)-studie, een satellietstudie van de grotere Amerikaanse VITAL-studie, werden 18.353 Amerikaanse volwassenen geïncludeerd van vijftig jaar of ouder, met risico op eerste depressie (n=16.657) of herhaalde depressie (n=1696, met afwezigheid depressieve episode laatste twee jaar voorafgaand aan de studie). De VITAL-DEP-studie heeft een 2x2 factorial design. De interventie-arm werd opgesplitst in een arm met hoge dosis vitamine D3 (2000 IE/dag cholecalciferol) én visolie (n=4608) en een arm met hoge dosis vitamine D3 zónder visolie (n=4573). De controle-arm werd opgesplitst in een arm met placebo en visolie (n=4563) en een arm met placebo (n=4609). De mediane behandelduur was 5,3 jaar. Primaire uitkomstmaten van de VITAL-DEP-studie zijn de verschillen tussen interventie- en controle-armen in risico op depressie en klinisch relevante depressieve symptomen en stemmingsscore (PHQ-8-test).
Belangrijkste resultaten
Vitamine D3-suppletie gaf geen significant verschil in risico op depressie en depressieve symptomen (n=609 versus n=625 in respectievelijk de interventie- en controlegroep, p=0,62) en stemmingsscore (geen significante verandering in score: 0,01 punten verschil met 95%BI -0,04 tot 0,05 punten).
Consequenties voor de praktijk
Deze studieresultaten vormen geen ondersteuning voor vitamine D3-suppletie ter voorkoming van depressie of stemmingsklachten bij volwassenen vanaf vijftig jaar. De resultaten zijn echter niet zonder meer te extrapoleren naar de gehele populatie van 50 jaar en ouder. Volwassenen met een historie van kanker, hart- en vaatziekten waren uitgesloten in deze studie. Dit betreft een relatief grote groep volwassenen met mogelijk een verhoogde kans op het ontwikkelen van een depressie. Een andere beperking is dat de 25-hydroxyvitamine D-spiegel van de studiepopulatie bij de start van de studie gemiddeld genomen binnen de referentiewaarden lag. Het is op grond van deze studie dus niet uit te sluiten dat vitamine D3-suppletie een positief effect zou kunnen hebben op de preventie van depressieve klachten in volwassenen met een verleden van kanker, hart- en vaatziekten en/of een lage 25-hydroxyvitamine D-spiegel.
Literatuur
Okereke OI, Reynolds III CF, Mischoulon D et al. Effect of long-term vitamin D3 supplementation vs placebo on risk of depression or clinically relevant depressive symptoms and on change in mood scores. A randomized clinical trial. JAMA 2020;324(5):471-480.