Effectiviteit van dapaglifozine bij chronische nierinsufficiëntie
Kim van der Heijden en Yad Hussein, apothekers in opleiding tot specialist
januari 2021
Waarom dit onderzoek?
Patiënten met een chronische nierziekte lopen een hoger risico op schade aan de nieren en het cardiovasculaire systeem. Tot recent waren angiotensine converting enzym (ACE)-remmers en angiotensinereceptorblokkers (ARB’s) de enige geneesmiddelen die een vertraging van de nierfunctiedaling lieten zien. Sodium-glucose-cotransporter 2 (SGLT2)-remmers verlagen de spiegel van geglyceerd hemoglobine. Hierdoor hebben zij wenselijke effecten op nier- en cardiovasculaire uitkomsten in grote klinische onderzoeken met diabetes type 2-patiënten laten zien. Het is nog onbekend wat het effect is van dapagliflozine op patiënten met een chronische nierziekte met en zonder diabetes type 2.
Onderzoeksvraag
Wat zijn de langetermijneffecten en bijwerkingen van dapagliflozine bij patiënten met chronische nierziekten met of zonder diabetes type 2?
Hoe werd dit onderzocht?
De studie liep van 2 februari 2017 tot 12 juni 2020 en betrof een gerandomiseerd, dubbelblind, placebo-gecontroleerd, multicenter onderzoek van 4304 patiënten met chronische nierziekten (eGFR 25-75 ml/min/1,73 m2). Patiënten moesten een ACE-remmer of ARB in een stabiele dosering gebruikt hebben gedurende minstens vier weken voor de screening. De belangrijkste exclusiecriteria betroffen een vastgestelde diagnose van diabetes type 1 of een immuun gerelateerde nierziekte. De geïncludeerde patiënten werden 1:1 verdeeld in een placebogroep en een groep die dagelijks 10 mg dapagliflozine toegediend kreeg. De groepen werden gestratificeerd op basis van de diagnose van diabetes type 2 en de albumine-creatinineratio (≤1000 of >1000). Het samengesteld eindpunt dat is gebruikt, bestaat uit: het optreden van eindstadium nierfalen, een aanhoudende daling van het geschatte eGFR van ten minste 50%, sterfte (all cause) en sterfte door een nier-oorzaak.
Resultaten
Het onderzoek toont aan dat patiënten met chronische nierziekten die dapagliflozine kregen een significant lager risico liepen op het samengestelde eindpunt in vergelijking tot placebo. Hierdoor is het onderzoek vroegtijdig stopgezet. Het samengestelde eindpunt trad op in 197 patiënten (9,2%) in de dapagliflozinegroep en in 312 patiënten (14,5%) in de placebogroep (hazard ratio [HR] 0.61; 95% betrouwbaarheidsinterval [BI] 0,51-0,72; p<0,001). Hierbij zijn alle primaire uitkomstmaten in het voordeel van dapagliflozine (zie tabel). Het number needed to treat is 19. Daarnaast was de incidentie van bijwerkingen vergelijkbaar in beide groepen.
Belangrijkste conclusies
Het onderzoek toont aan dat dapagliflozine significant effectiever is op het samengestelde eindpunt dan placebo bij patiënten met en zonder diabetes type 2. Tevens werd het bekende veiligheidsprofiel bevestigd.
Consequenties voor de praktijk
Dapagliflozine is al op de markt beschikbaar voor de indicatie diabetes type 2. Omdat de nierbeschermende werking nu is aangetoond, kan het indicatiegebied van het geneesmiddel wellicht uitgebreid worden. Mogelijk worden de richtlijnen voor de behandeling van chronische nierziekten uitgebreid met dapagliflozine. In dat geval kan dapagliflozine ook voor vergoeding in aanmerking komen voor patiënten met een chronische nierziekte.
Literatuur
Heerspink H, Stefánsson B et al. Dapagliflozin in Patients with Chronic Kidney Disease. N Engl J Med 2020;383:1436-1446.