Waarom dit onderzoek?
Antihypertensiva behoren wereldwijd tot de meest voorgeschreven geneesmiddelen. Wetenschappelijke studies naar de relatie tussen het gebruik van verschillende typen antihypertensiva en het risico op borstkanker zijn schaars en vaak tegenstrijdig. Eerder gedane onderzoeken hebben de relatie tussen het ontstaan van borstkanker en het langdurig gebruik van een of meer groepen antihypertensiva nog niet vast kunnen stellen. Het gaat hier om de twee meest voorkomende typen borstkanker, namelijk: melkgang- (invasive ductal breast cancer, IDC) en melkklier- (invasive lobular breast cancer, ILC) borstkanker.
Onderzoeksvraag
Verhoogt het gebruik van antihypertensiva, uit een of meer specifieke groepen, het risico op het ontwikkelen van borstkanker bij menopauzale vrouwen?
Hoe werd dit onderzocht?
Een patiëntcontroleonderzoek werd uitgevoerd onder postmenopauzale vrouwen van 55 tot 74 jaar die een melkgang- (IDC1, n=880) of melkklier- (ILC2, n=1027) borstkanker hebben. Vrouwen met andere typen borstkanker werden geëxcludeerd. Patiënten werden geselecteerd via een nationaal borstkankeropsporingsprogramma in Seattle (VS) gedurende acht jaar (2000-2008). De controlegroep bestond eveneens uit vrouwen van dezelfde leeftijdscategorie zonder enige vorm van kanker (n=856). Alle deelnemers werden geïnterviewd aan de hand van een gestructureerde vragenlijst over de geschiedenis van hun hypertensie, andere hart- en vaatziekten, gebruikte antihypertensiva (ACE-remmers, ATII-antagonisten, bèta-blokkers, calciumantagonisten, diuretica en combinatiepreparaten hiervan), mogelijk aanwezige risicofactoren voor borstkanker en andere relevante persoonskenmerken.
Belangrijkste resultaten
Het onderzoek laat bij gebruik van diuretica, bèta-blokkers en angiotensine II-antagonisten geen verhoogd risico op IDC of ILC zien.
Hoewel niet significant, lijkt het erop dat gebruik van ACE-remmers het risico op ILC mogelijk verlaagt. Gebruik van >10 jaar van calciumantagonisten geeft een verhoogd risico op zowel IDC ([OR] 2,4; 95% BI 1,2-4,9)(p=0,04) als ILC ([OR] 2,6; 95% BI 1,3-5,3)(p=0,01). Kortwerkende calcium-antagonisten lijken een verhoogd risico te geven, maar werden weinig gebruikt. Het risico op IDC en ILC is vooral hoger wanneer de calciumantagonist langer dan tien jaar wordt gebruikt.
Belangrijkste conclusies
Dit onderzoek laat zien dat gebruik >10 jaar van calciumantagonisten een verhoogd risico op borstkanker geeft, terwijl bij de meeste andere antihypertensiva dit risico niet aanwezig is. De gegevens over het medicijngebruik van vóór het onderzoek zijn veelal gebaseerd op de herinneringen van de ondervraagde deelnemers. Een slecht geheugen kan de gegevens onbetrouwbaar maken. Vanwege het kleine aantal gebruikers in de studie is er meer onderzoek nodig naar het langetermijneffect van alleen calciumantagonisten op het risico op borstkanker. Er zijn namelijk onderzoeken die geen verhoogd risico tonen.
Consequenties voor de praktijk
Wanneer langdurig gebruik van calciumantagonisten bij vrouwen een verhoogd risico op het krijgen van borstkanker geeft, kan het van belang zijn om in de toekomst een maximale behandelduur van bijvoorbeeld tien jaar aan te houden bij het gebruik hiervan. Het mogelijk beschermende effect van ACE-remmers verdient nader onderzoek. Mogelijk geeft dit aanleiding tot een sekse-afhankelijke richtlijn voor de behandeling van hypertensie.
Literatuur
Li CI, Daling JR, Tang MTC et al. Use of Antihypertensive Medications and Breast Cancer Risk Among Women Aged 55 to 74 Year. JAMA 2013;173:1629-1637.