In het geval van het paardenvlees lijkt de VWA stoere taal te spreken door één bedrijf streng aan te pakken. In werkelijkheid gaan waarschijnlijke vele bedrijven, die zich met soortgelijke praktijken bezighouden, vrijuit. Van de oorsprong van broodverbeteraar lijkt de VWA niet eens op de hoogte. Hierbij moest een tv-programma de verboden praktijken ontmaskeren. Tot slot is ook de reactie van de Inspectie in de Ranbaxy-casus niet adequaat. De uitspraak ‘waar rook is, is vuur’ is kennelijk ten burele van de IGZ niet bekend. En is een beetje paardenvlees wél schadelijk voor de gezondheid van de consument, maar een verkeerd geneesmiddel niet?
Het is een systeemfout om kwaliteitscontrole onder de verantwoordelijkheid van een producerend bedrijf zelf te laten vallen. Dit werkt misschien in tijden van voorspoed, wanneer een bedrijf het zich kan veroorloven batches af te keuren. Zodra financiële belangen een rol gaan spelen zal er gesjoemeld gaan worden met de productkwaliteit én met de interne controle hierop. Zeker in deze economisch mindere tijden moet de overheid haar controlerende en handhavende taak veel serieuzer nemen dan nu het geval is. Vooral wanneer het gaat om producten uit lagelonenlanden en in bedrijfstakken waar notoire sjacheraars actief zijn.
Jos Lüers, hoofdredacteur