Bisfosfonaten reduceren het risico op postmenopauzale borstkanker niet
Sanne Verdoorn en Christiaan Vos, apothekers in opleiding tot specialist
Waarom dit onderzoek?
Onderzoek heeft laten zien dat bisfosfonaten beschikken over anti-tumor- en anti-metastatische eigenschappen. Recente observationele onderzoeken hebben de suggestie gewekt dat bisfosfonaten een beschermend effect hebben op borstkanker. Mogelijk zijn deze resultaten beïnvloed door confounding. Postmenopauzale vrouwen hebben lagere oestrogeenspiegels. Dit wordt geassocieerd met een lager risico op oestrogeen gerelateerde borstkanker en een hoger risico op fracturen waar bisfosfonaten voor worden voorgeschreven. Om confounding uit te sluiten, dient deze relatie onderzocht te worden in gerandomiseerd klinisch onderzoek.
Onderzoeksvraag
Reduceert het gebruik van de bisfosfonaten alendroninezuur en zoledroninezuur de incidentie van postmenopauzaal borstkanker?
Hoe werd dit onderzocht?
De studie was een post-hoc analyse van twee grote gerandomiseerde klinische onderzoeken (RCT’s) die de effecten onderzochten van bisfosfonaten als behandeling van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen. In de eerste RCT werden 6459 vrouwen tussen de 55 en 81 jaar gerandomiseerd voor het gebruik van alendroninezuur of placebo. In de andere RCT werden 7765 vrouwen tussen 65 en 89 jaar gerandomiseerd voor het gebruik van intraveneus zoledroninezuur of placebo. Voor de post-hoc analyse werd een search gedaan in de bijwerkingendatabase van de RCT’s voor elke rapportage van borstkanker. Vervolgens onderzocht een geblindeerde onderzoeker elke rapportage om te verifiëren of er echt sprake was van invasieve borstkanker. Het aantal borstkankergebeurtenissen werd vergeleken tussen de groepen die behandeld werden met zoledroninezuur of alendroninezuur en de placebogroepen.
Belangrijkste resultaten
Er was geen significant verschil in het percentage borstkankerincidenten tussen alendroninezuurgebruik of placebo (respectievelijk 1,5 en 1,8%; HR 1,24) bij een gemiddelde follow up van 3,8 jaar (SD=0,8). In de andere RCT was ook geen significant verschil aangetoond in het percentage borstkankerincidenten tussen de gebruikers van zoledroninezuur of placebo (respectievelijk 0,8 en 0,9%; HR 1,15) bij een gemiddelde follow up 2,8 jaar (SD=0,6). Na het poolen van de resultaten van beide RCT’s, kon er eveneens geen significant verschil aangetoond worden (HR 1,20; 95% BI 0,89-1,63).
Belangrijkste conclusies
In tegenstelling tot de associaties uit eerder observationeel onderzoek, laat de post-hoc analyse van twee grote RCT’s zien dat het behandelen van vrouwen gedurende drie tot vier jaar met de bisfosfonaten alendroninezuur of zoledroninezuur de incidentie van borstkanker in postmenopauzale vrouwen niet reduceert.
Consequenties voor de praktijk
Het beschermend effect van bisfosfonaten op de incidentie van postmenopauzale borstkanker wordt niet bevestigd door de post-hoc analyse van twee grote RCT’s. Op basis van deze resultaten dienen bisfosfonaten in de praktijk niet gebruikt te worden ter voorkoming van borstkanker. Aangezien het hier om een post-hoc analyse gaat, zal vervolgonderzoek, in de vorm van een RCT met als primaire uitkomstmaat borstkankerincidenten, moeten uitwijzen of deze conclusie terecht is.
Literatuur
Hue TF, Cummings SR, Cauley JA, Bauer DC, Ensrud KE, Barrett-Connor E et al. Effect of Bisphosphonate Use on Risk of Postmenopausal Breast Cancer. Results From the Randomized Clinical Trials of Alendronate and Zoledronic Acid. JAMA Intern Med 2014;174(10):1550-1557.