Groot risico bij ouderen op ziekenhuisopname door hyponatriëmie na start tweede-generatie-antidepressiva?
Anne van de Meent, apotheker in opleiding tot specialist
maart 2017
Waarom dit onderzoek?
Bij één op de acht ouderen komt een stemmings- of angststoornis voor. Bij medicamenteuze behandeling is de eerste keuze een antidepressivum van de tweede generatie. Deze medicijnen worden over het algemeen goed getolereerd, met als potentiële bijwerking hyponatriëmie. Wat het risico is van deze bijwerking bij ouderen in de thuissituatie is nog niet goed onderzocht.
Onderzoeksvraag
Wat is het risico op ziekenhuisopname als gevolg van hyponatriëmie binnen dertig dagen na de start van een antidepressivum van de tweede generatie bij de oudere thuiswonende patiënt?
Hoe werd dit onderzocht?
Deze studie werd uitgevoerd door middel van een retrospectieve, population-based, gematched cohortonderzoek. In de periode van 2003 tot 2012 werden ouderen (>65 jaar) uit Ontario (Canada) met een stemmings- of angststoornis, die als nieuwe gebruikers behandeld werden met één van in totaal negen antidepressiva van de tweede generatie, vergeleken met een gekoppelde patiënt met vergelijkbare indicatie en algemene gezondheid die geen antidepressivum ontving. Per groep was n = 138.246. Eenzelfde vergelijking werd gemaakt met een subpopulatie met beschikbare laboratoriumwaarden. Per groep was n = 4.186.
De primaire uitkomstmaat in dit onderzoek was ziekenhuisopname als gevolg van hyponatriëmie. Een secundaire uitkomstmaat was ziekenhuisopname met zowel hyponatriëmie als een delier.
Belangrijkste resultaten
Het gebruik van een antidepressivum van de tweede generatie in vergelijking met geen gebruik van een antidepressivum is geassocieerd met een hoger 30-dagen risico op ziekenhuisopname als gevolg van hyponatriëmie. Van de totale groep behandeld met antidepressiva van de tweede generatie werd 0,33% opgenomen in het ziekenhuis ten opzichte van 0,06% van de ouderen die geen antidepressivum kregen voorgeschreven (RR=5,46; 95% BI 4,32-6,91).
In de subpopulatie waar natriumspiegels werden onderzocht, bleek ook dezelfde conclusie getrokken te kunnen worden: 1,74% ten opzichte van 0,43% (RR=4,23; 95% BI 2,50-7,19) en een verhoging van het absolute risico van 1,31% (95% BI 0,87-1,75).
Ook op de secundaire uitkomstmaat bleek het gebruiken van antidepressiva van de tweede generatie een verhoogd risico te geven op ziekenhuisopname met hyponatriëmie en delier: 0,02% ten opzichte van 0,005% (RR=4,00; 95% BI 1,75-9,16).
Een belangrijke beperking van deze studie is dat slechts bij een kleine subpopulatie de natriumspiegel daadwerkelijk gemeten is. Alleen bij deze groep kon worden bevestigd dat hyponatriëmie de oorzaak was van de ziekenhuisopname.
Belangrijkste conclusies
Het gebruik van een antidepressivum van de tweede generatie bij thuiswonende ouderen kan worden geassocieerd met een vijfmaal zo hoog 30-dagen risico op ziekenhuisopname met als indicatie hyponatriëmie, in vergelijking met ouderen die geen antidepressivum gebruiken. De absolute risicoverhoging in de eerste dertig dagen van gebruik is echter gering.
Consequenties voor de praktijk
De resultaten van deze observationele studie zijn in lijn met eerder uitgevoerd (retrospectief) onderzoek en is biologisch gezien te verklaren. Het absolute risico van 1,3% lijkt klein, maar omdat in deze groep medicijnen veelvuldig worden voorgeschreven, heeft dit wel degelijk grote gevolgen. Het meten van natriumspiegels kort na het voorschrijven van deze middelen valt te overwegen.
Literatuur
Gandhi S, Shariff SZ, Al-Jaishi A, Reiss JP, Mamdani MM, Hackam DG et al. Second-Generation Antidepressants and Hyponatremia Risk: A Population-Based Cohort Study of Older Adults. Am J Kidney Dis 2017 jan;69(1):87-96.