Diverse beroepsgroepen in de gezondheidszorg, waaronder de huisartsen, hebben wederom een hoofdlijnenakkoord gesloten met de minister van VWS. Het belangrijkste doel van deze polderakkoorden is het in de hand houden van de kosten. Het convenant verschaft de betrokken beroepsgroep echter ook duidelijkheid en rust voor de komende jaren en ruimte voor innovatie.
Het afgesloten akkoord lijkt de huisartsen de komende vier jaar geen windeieren te gaan leggen. Er komt maar liefst 471 miljoen extra beschikbaar om de huisartsenzorg te versterken en onder andere de groei op te vangen. Een deel van het extra budget is ook bestemd om via het programma OPEN (Online patiëntinzage eerstelijnszorg Nederland) patiënten de mogelijkheid te geven online hun dossier in te zien. Deze in 2020 verplichte service heeft farmaceutisch Nederland inmiddels grotendeels geregeld, maar wel uit eigen zak betaald. Daarnaast komt er ook nog een pot geld van 50 miljoen euro beschikbaar voor het versterken van de ICT in de huisartsenpraktijk. Het wordt hoog tijd dat de huisartsen medische gegevens digitaal gaan uitwisselen met andere zorgverleners, volgens de minister.
Als apotheker sta ik er echter wel van te kijken dat het actueel medicatieoverzicht (AMO) hier als specifiek voorbeeld wordt aangehaald. Is het niet bij de minister bekend dat het AMO een apothekersproduct is, dat de uitwisseling hiervan met patiënten en andere zorgverleners al jarenlang prima geregeld is, en dat we hiervoor al die tijd nog geen cent betaald hebben gekregen?
De extra financiële ruimte gun ik de huisartsen uiteraard van harte, maar het lijkt er wel op dat de kaas ons weer van het brood wordt gegeten. De hoogste tijd om duidelijk te maken wat er op óns bordje ligt en met welke rekening dit gepaard gaat.
Jos Lüers, hoofdredacteur
november 2018