Resubstitutie naar specialité
Sara Hassanpour en Sanne de Jager, apothekers in opleiding tot specialist
augustus 2018
Waarom dit onderzoek?
Veel patiënten zien generieke geneesmiddelen als minder effectief en minder veilig dan merkgeneesmiddelen, waardoor ze minder vertrouwen in deze middelen hebben.[1-4] Door deze verwachtingen ervaren sommige patiënten negatieve uitkomsten na omzetting naar een generiek product. Dit wordt het nocebo-effect genoemd. Van de patiënten, die zijn omgezet van een merk- naar een generiek geneesmiddel, wordt 12 tot 65 procent weer teruggezet naar het merkgeneesmiddel. Een identiek generiek middel is gelijk aan het merkgeneesmiddel (uiterlijk, hulpstoffen etc.). De hypothese is dat minder patiënten worden teruggezet naar het merkgeneesmiddel na omzetting naar het identieke generieke product, ten opzichte van een niet-identiek generiek product.
Onderzoeksvraag
Wordt de omzetting van merkgeneesmiddelen naar identieke generieke middelen minder vaak teruggedraaid, dan omzetting van merkgeneesmiddelen naar niet-identieke generieke geneesmiddelen?
Hoe werd dit onderzocht
Er werd een observationele cohortstudie uitgevoerd, waarin gebruik gemaakt werd van geanonimiseerde gegevens van een Amerikaanse commerciële ziektekostenverzekering tussen 2004 en 2013. De patiënten werden verdeeld in twee groepen: patiënten die waren omgezet van een merk- naar een identiek generiek geneesmiddel, en zij die waren omgezet van een merk- naar een niet-identiek generiek geneesmiddel. De patiënten zijn gedurende een jaar na de omzetting gevolgd.
Belangrijkste resultaten
In totaal zijn er 94.909 omzettingen van merk- naar identieke generieke middelen, en 116.017 van merk- naar niet-identieke generieke middelen voor zeven geneesmiddelen meegenomen in de analyse. De incidentie van het terugdraaien varieerde per geneesmiddel, en was het laagst bij alendroninezuur (3,8 per 100 personen) en het hoogst bij amlodipine-benazepril (17,8) met een totale gemiddelde van 8,2 per 100 personen. Het terugdraaien was significant lager voor patiënten die zijn omgezet van merk- naar identieke generieke geneesmiddelen (7,4 per 100 personen), vergeleken met omzetting van merk- naar niet-identieke generieke geneesmiddelen (8,9 per 100) (HR 0,72; 95% BI 0,64-0,81).
Belangrijkste conclusies
Het omzetten van merk- naar identieke generieke middelen is geassocieerd met een lagere frequentie van terugdraaien, dan het omzetten van merkgeneesmiddelen naar niet-identiek generieke middelen. Een mogelijke oorzaak hiervoor is de gelijkenis in uiterlijk van de identieke generieke middelen, en zo/dus minder kans op het nocebo-effect.
Consequenties voor de praktijk
Om het terugdraaien van omzettingen van merk- naar generieke geneesmiddelen te voorkomen, is het belangrijk dat zorgverleners met patiënten communiceren over de gelijkheid van merk- en generieke geneesmiddelen wat betreft kwaliteit, veiligheid en effectiviteit. Gelijkheid in uiterlijk van het generieke met het merkgeneesmiddel zal mogelijk ook het aantal omzettingen dat teruggedraaid wordt, verminderen. Deze interventies zullen leiden tot forse kostenbesparingen. Veel Amerikaanse burgers moeten hun geneesmiddelen zelf betalen; kostenbesparing is hierbij dus gewenst. Een beperking van het onderzoek is dat de reden van het terugdraaien van omzettingen niet bekend is. Daarnaast zijn geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte niet meegenomen in de studie. De resultaten zijn dus niet te generaliseren naar deze middelen.
Literatuur
1. Shrank WH, Cox ER, Fischer MA, Mehta J, Choudhry NK. Patients’ perceptions of generic medications. Health Aff (Millwood) 2009;28:546-556. doi:10.1377/hlthaff.28.2.546
2. Shrank WH, Liberman JN, Fischer MA, Girdish C, Brennan TA, Choudhry NK. Physician perceptions about generic drugs. Ann Pharmacother 2011;45:31-38. doi:10.1345/aph.1P389
3. Pasina L, Urru S, Mandelli S. SGCP Investigators. Why do patients have doubts about generic drugs in Italy? Eur J Clin Pharmacol 2016. doi:10.1007/s00228-016-2069-2
4. Brennan TA, Lee TH. Allergic to generics. Ann Intern Med 2004;141:126-130. doi:10.7326/0003-4819-141-2-200407200- 00011