Maagzuurremmers en antibiotica bij zuigelingen geven mogelijk verhoogde kans op ontwikkeling allergische aandoening
Elif Yasar en Joyce Veneberg, apothekers in opleiding tot specialist
oktober 2018
Waarom dit onderzoek?
Allergische aandoeningen, als astma en voedselallergieën, komen de laatste decennia steeds meer voor bij kinderen. Onderzoekers veronderstellen dat het mogelijk samenhangt met het toenemend gebruik van medicatie die het menselijk microbioom kunnen veranderen, waaronder maagzuurremmers en antibiotica.
Onderzoeksvraag
Geeft het gebruik van maagzuurremmers of antibiotica bij zuigelingen een verhoogd risico op het ontwikkelen van een allergische aandoening op latere leeftijd?
Hoe werd dit onderzocht?
Het onderzoek omvatte een retrospectieve cohortstudie met ongeveer 800.000 Amerikaanse kinderen, geboren in de jaren 2001 tot 2013. Ze waren minimaal 35 dagen oud en werden tot het eerste levensjaar geïncludeerd. Kinderen die in de eerste zes levensmaanden een histamine-2 receptorantagonist (H2RA), protonpompremmer (PPI) of antibiotica kregen werden na gemiddelde follow-up van 4,6 jaar vergeleken met kinderen die dit niet hebben gehad. Kinderen die in de eerste zes levensmaanden al gediagnosticeerd werden met een allergische aandoening, werden geëxcludeerd. Uitkomstmaat was de hazard ratio van de ontwikkeling van een allergische aandoening bij gebruik van een PPI, H2RA of antibiotica in de eerste zes levensmaanden. De hazard ratio werd berekend met behulp van het Cox proportional hazard regression model.
Belangrijkste resultaten
De gecorrigeerde hazard ratio bij het gebruik van H2RA en PPI’s bedroeg respectievelijk 2,18 en 2,59 voor het ontwikkelen van een voedselallergie, 1,70 en 1,84 voor geneesmiddelallergie, 1,51 en 1,45 voor anafylaxie, 1,50 en 1,44 voor allergische rhinitis en 1,25 en 1,41 voor het ontwikkelen van astma. De gecorrigeerde hazard ratio bij het gebruik van antibiotica was 2,09 voor het ontwikkelen van astma, 1,75 voor allergische rhinitis, 1,51 voor anafylaxie en 1,42 voor allergische conjunctivitis. Daarnaast werd er een dosis-afhankelijk verband gevonden tussen het gebruik van maagzuurremmers en het ontwikkelen van een voedselallergie. Hoe langer het gebruik van de maagzuurremmer, hoe groter de kans op een voedselallergie op latere leeftijd.
Belangrijkste conclusies
Uit deze cohortstudie blijkt dat er een relatie is tussen het gebruik van maagzuurremmers en antibiotica op jonge leeftijd en de ontwikkeling van allergische aandoeningen op latere leeftijd. De gevonden risico’s zijn echter niet sterk verhoogd. De studie draagt wel bij aan het toenemende bewijs dat het gebruik van medicijnen, die het intestinale microbioom bij zuigelingen kunnen veranderen, een verhoogde kans geeft op de ontwikkeling van een allergische aandoening.
Consequenties voor de praktijk
De resultaten van dit onderzoek vormen een argument om kritisch te kijken bij het voorschrijven van maagzuurremmers en antibiotica bij zuigelingen.
Literatuur
Mitre E et al. Association Between Use of Acid-Suppressive Medications and Antibiotics During Infancy and Allergic Diseases in Early Childhood. JAMA Pediatr. 2018 Apr 2;172(6):e180315.