Associatie tussen metformine en het risico op oesofageaal plaveiselcelcarcinoom
WashmaYousofzai en Zhouhan Zou, apothekers in opleiding tot specialist
juni 2020
Waarom dit onderzoek?
Verschillende observationele studies hebben laten zien dat het gebruik van metformine het risico op bepaalde vormen van kanker mogelijk verlaagt. In een recent gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek (RCT) is gevonden dat metformine het risico op groei van colorectale adenomen en kwaadaardige poliepen vermindert. Onderzoek naar een verlagend effect op het risico voor oesofageaal kanker is beperkt en toont conflicterende resultaten. Bij deze studies is geen onderscheid gemaakt tussen de twee histologische typen van oesofageale kanker (ESCC) – plaveiselcel- en adenocarcinoom – ondanks het verschil in etiologie.
Onderzoeksvraag
Wat is de rol van metformine in de ontwikkeling van ESCC?
Hoe werd dit onderzocht?
Er werd een prospectieve cohortstudie uitgevoerd bij 8,4 miljoen participanten, onder wie 411.603 (5%) metforminegebruikers. Iedere geïncludeerde metforminegebruiker werd op leeftijd en geslacht gematcht met tien niet-gebruikers op moment van inclusie (n=4.116.030). Niet-gebruikers konden hierdoor later eventueel geïncludeerd worden als gebruiker. Een multivariate proportional hazards model werd gebruikt om de hazard ratio’s (HR) te berekenen met een 95% betrouwbaarheidsinterval (BI), waarbij gecorrigeerd is voor de mogelijke beïnvloedende factoren (confounders) leeftijd, geslacht, kalenderjaar, woonplaats, roken, overmatig alcoholgebruik en het gebruik van NSAID’s of statines.
Belangrijkste resultaten
In de groep van metforminegebruikers werd een 32% lager risico op het krijgen van ESCC gevonden in vergelijking met niet-gebruikers. Dit werd gevonden voor metforminegebruikers in het algemeen (HR 0,68; 95%BI 0,54-0,85), maar kwam nog prominenter naar voren bij het subcohort van nieuwe gebruikers (HR 0,44; 95%BI 0,28-0,64) en in de leeftijdsgroep van 60-69 jaar (HR 0,45; 95%BI 0,31-0,66). Het significante verschil bleef behouden bij subgroepanalyses, gevoeligheidsanalyses en na correctie voor eventuele ongemeten beïnvloedende factoren. Ook na exclusie van participanten met een follow-up van korter dan één jaar of met een vorm van kanker voor het ontwikkelen van ESCC, bleven de verkregen resultaten hetzelfde.
Conclusie
Het gebruik van metformine verlaagt de kans op het ontwikkelen van ESCC.
Consequenties voor de praktijk
Bij dit observationele cohortonderzoek kan niet worden uitgesloten dat er sprake is van enige vertekening van het effect door ongemeten confounding. Volgens een uitsluitingsmethodeberekening kunnen deze ongemeten factoren het volledig waargenomen effect niet verklaren. Indien verder onderzoek de bevindingen onderbouwt, kan er eventueel een gerandomiseerd onderzoek met een controlegroep uitgevoerd worden onder hoog-risicopopulaties voor ESCC. Het onderhavige onderzoek heeft de plek van metformine als middel van eerste keus bij diabetes type 2 verstevigd.
Literatuur
Wang QL, Santoni G et al. Association Between Metformin Use and Risk of Esophageal Squamous Cell Carcinoma in a Population-Based Cohort Study. Am J Gastroenterol 2020;115:73-77.