Eens in de zoveel jaar komt het voor dat een nieuwe geneesmiddelgroep plotseling doorbreekt en een opmars begint naar de top van de voorschrijfranglijsten. De laatste keer dat we getuige zijn geweest van dit fenomeen betrof het de DOAC’s. Daarvóór hebben we het onder andere gezien bij de statines en de protonpompremmers. De geneesmiddelgroep waar zo’n doorbraak zich nu voor lijkt te doen, zijn de natrium/glucose-cotransporter 2 (SGLT2)-remmers.
Tien jaar geleden schreven we in Pharma Selecta over dapagliflozine, de eerste geregistreerde telg uit deze nieuwe geneesmiddelenfamilie. Vijf jaar later classificeerden wij het middel nog voorzichtig onder de reservemiddelen, met daarbij de opmerking dat de eerste studieresultaten op harde eindpunten hoopgevend waren en dat deze geneesmiddelgroep weleens een pareltje in de dop zou kunnen zijn. Afgelopen jaar werd de doorbraak van de SGLT2-remmers verwezenlijkt door opname in de NHG-Standaard Diabetes type 2 als eerstekeusmiddel bij patiënten met een zeer hoog riscio én opname in de ESC-richtlijn Hartfalen bij symptomatisch chronisch hartfalen met verminderde ejectiefractie, toegevoegd aan de standaardbehandeling.
De SGLT2-remmers zijn er een mooi voorbeeld van dat medicijnontwikkeling niet stopt bij de registratie, en dat vervolgonderzoek noodzakelijk is om duidelijkheid te krijgen over de plaatsbepaling van een medicijn. Aan duidelijkheid hebben we in de apotheek ook behoefte. Hoe herkennen we bijvoorbeeld de zeerhoogrisicopatiënt of de patiënt met een verminderde ejectiefractie? Een vervolgstap zou moeten zijn dat de apotheek veel meer inzage krijgt in het ziektebeeld en de ziektelast van de patiënt. Dat zou óók een doorbraak zijn.
Jos Lüers, hoofdredacteur
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
januari 2022