De Kanttekeningen
VALHEFT: ongunstige gegevens achtergehouden
Onlangs verschenen in The New England Journal of Medicine de resultaten van de Valsartan Heart Failure Trial (VALHEFT), waarin de toevoeging van valsartan aan bestaande therapie werd onderzocht bij patiënten met hartfalen. Geconcludeerd werd dat toevoeging van valsartan het gecombineerde eindpunt morbiditeit en mortaliteit significant verlaagde.
Kort geleden werd bekend dat de fabrikant van valsartan, die een belangrijke rol heeft gespeeld bij de uitvoering en de evaluatie van de studie, ongunstige uitkomsten wel heeft doorgegeven aan de FDA, maar niet heeft vermeld bij de publicatie. Het Arznei-Telegramm wist de hand te leggen op de aanvullende gegevens en kwam totgeheel andere conclusies.
Bij patiënten met hartfalen, die in meer dan 90% van de gevallen een ACE-remmer gebruikten en in 35% van de gevallen een ß-blokker, had additioneel gebruik van valsartan geen effect op de overall mortaliteit. Het aantal ziekenhuisopnamen vanwege hartfalen daalde, maar het totale aantal ziekenhuisopnamen bleef gelijk, waarschijnlijk vanwege meer opnames als gevolg van geneesmiddelgerelateerde bijwerkingen.
De mortaliteit bleek te stijgen (niet significant) in de groep patiënten die behandeld werd met ACE-remmers waaraan valsartan werd toegevoegd. De mortaliteit steeg significant bij patiënten die met ß-blokkers werden behandeld. Geconcludeerd kan worden dat een AT-II-blokker als valsartan gecontraïndiceerd is bij patiënten met hartfalen die reeds behandeld worden met een of twee standaardgeneesmiddelen bij hartfalen. Valsartan zou hooguit zinvol kunnen zijn bij patiënten die zowel ACE-remmers als ß-blokkers niet tolereren. Het gaat hierbij om hooguit 25 op de 10.000 patiënten. Bovendien moet nader onderzoek nog uitwijzen of valsartan in dit geval superieur is aan placebo.
Onze conclusie is dat ondanks alle openheid die grote wetenschappelijke tijdschriften zoals bijvoorbeeld het The New England Journal of Medicine geven over relaties van auteurs met farmaceutische industrieën, het kennelijk nog steeds mogelijk is dat opdrachtgevers van onderzoeken knoeien met de gegevens. Uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek dienen dus altijd met de nodige voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd.
Bronnen: NEJM 2001;345:1667-1675. ISDB Newsletter July 2002;16:10.
Diovan® en quality of life
Eind mei ontvingen de apotheken in Nederland een mailing
van Novartis over valsartan met de vraag 'Wist u dat Diovan® in een
cross-over studie met 160 nieuw gediagnosticeerde
hypertensieve seksueel actieve mannen is vergeleken met carvediol?' Nee,
dat wist ik niet. Laat het duidelijk zijn dat ik altijd geïnteresseerd ben
in vergelijkende studies, maar graag met een overtuigende hypothese.
Maar wie schetst mijn verbazing, in de Diovan®-groep neemt de
seksuele activiteit toe van achtmaal per maand naar tienmaal per maand en
pas bij staken van Diovan® neemt de seksuele activiteit weer af. Dat
is nog eens een verrassende uitkomst, mede omdat het lijkt dat effect nog
verder zou kunnen nemen als de studie langer geduurd zou hebben dan drie
maanden. Helaas wordt dit verder niet toegelicht.