Ooit was het Geneesmiddelenbulletin het grote voorbeeld voor Pharma Selecta. In de jaren 1970-1980 was het een uitmuntend en kritisch blad voor de medische wereld. Maar het was - anders dan Pharma Selecta - op dokters gericht. De artikelen werden ter goedkeuring voorgelegd aan de farmaceutische industrie (hoezo onafhankelijk?). Op Pharma Selecta - opgericht om apothekers van onafhankelijke informatie over medicijnen te voorzien - werd neergekeken omdat wij advertenties accepteerden. Zo kon je toch nooit onafhankelijk zijn? Maar ondertussen gaven - en geven - wij de industrie of verzekeraars geen voorinzage en is ons auteurspanel vrijwillig (dus onbetaald!) en onafhankelijk.
Inmiddels bestaat Pharma Selecta alweer meer dan vijfentwintig jaar. Het wordt door farmaceuten gewaardeerd als maandblad met een onafhankelijke kijk op geneesmiddelen en de industrie - ondanks de advertenties. Vooral de kritische hoofdredactionelen worden zeer gewaardeerd.
In de tussentijd is het Geneesmiddelenbulletin van de ene geldschieter naar de andere gelopen. In en uit de Domus Medica, dan weer comfortabel onderdak bij de verzekeraars - continu zoekend naar centen en kopij. Ondertussen wordt er van alle kanten geld ingepompt om het op de wankele benen te houden.
Zijn we jaloers? Ja en nee. De huidige kwaliteit van het Geneesmiddelenbulletin is ons inziens niet iets om jaloers op te zijn. Het gaat de laatste jaren steeds minder vaak over geneesmiddelen en het verschijnt niet regelmatig. Er staan veel stoplapartikelen in waarvan de inhoud niet direct iets met farmacotherapie en de huidige medische praktijk te maken heeft. De redactie staat, en stond, onder curatele van verschillende organisaties, ondanks het feit dat geprobeerd wordt om die invloed via stichtingen te minimaliseren.
We kunnen wèl jaloers zijn op de talloze reddingspogingen. Ook Pharma Selecta heeft het wel eens financieel moeilijk, maar het ministerie, noch onze beroepsorganisatie heeft ons ooit willen ondersteunen. Dat doen onze lezers - en daar schrijven we tenslotte voor. Het zou wel heel fijn zijn als de minister na ruim vijfentwintig jaar ook eens een schip met geld onze kant op zou sturen. Toch?
Foppe van Mil,
oud-hoofdredacteur en voorzitter Stichting Pharma Selecta
Gelezen
Een dieet inzetten bij de behandeling van ADHD lijkt zinvol. Dit blijkt uit een studie bij honderd kinderen tussen de vier en acht jaar met diagnose ADHD. De studie bestond uit twee fasen. In de eerste, niet dubbelblinde fase volgden de kinderen een vijf weken durend eliminatiedieet van onder meer rijst, vlees, groente, peren en water. Een diëtist vulde vervolgens het dieet stap voor stap aan met ander voedsel. Bij 32 van de 41 kinderen (78%) in de dieetgroep die de eerste fase voltooiden, vertoonde zich een significante verbetering op de ARS-score - een maat voor de ernst van de ADHD. Deze 32 kinderen werden opgenomen in de tweede, dubbelblinde fase van de studie, waarbij werd gekeken naar een mogelijk verband tussen ADHD en voedselallergie. Een diëtist stelde vervolgens een individueel dieet samen. Bij 19 van de 30 geanalyseerde kinderen (63%) verdwenen de ADHD-symptomen. De onderzoekers raden aan het dieet niet langer dan twee tot vijf weken te beproeven vanwege de intensiviteit van het dieet en de onbekende invloed van langdurig dieet op de ontwikkeling van het kind. Voor de groep waarbij geen relatie tussen voedsel en ADHD-symptomen naar voren kwam, blijven gedragstherapie en medicatie de standaardbehandeling.
Bron: Pelsser LM et al. Effects of a restricted elimination diet on the behaviour of children with attention-deficit hyperactivity disorder (INCA study): a randomised controlled trial. Lancet 2011;377:494-503.
Fluoxetine bij beroerte
Fluoxetine heeft mogelijk een positief effect bij herstel van uitvalsverschijnselen na een CVA. In een dubbelblind, placebo-gecontroleerde studie bij 118 patiënten tussen de 18 en 85 jaar en een Fugl-Meyer Motor Scale (FMMS) score van 55 of minder, is het effect van fluoxetine onderzocht. In de studie kregen 59 patiënten fluoxetine 20 mg eenmaal per dag en 59 patiënten kregen placebo eenmaal per dag. De behandeling werd vijf tot tien dagen na het CVA gestart gedurende 90 dagen. Daarnaast kregen alle patiënten fysiotherapie. Primaire eindpunt was de verandering van FMMS-score tussen dag 0 en dag 90. Twee patiënten overleden tijdens de studie en drie patiënten maakten de studie niet af. De gegevens van de overgebleven 113 patiënten bleven over voor de analyse. De FMMS-score op dag 90 was significant groter in de fluoxetinegroep, gemiddelde score 34,0 (95% BI 29,7-38,4) dan in de placebogroep 24,3 (95% BI 19,9-28,7; p=0,003). De belangrijkste bijwerkingen in de fluoxetine- en placebogroep waren hyponatriëmie (4% versus 4%), klachten van het maagdarmstelsel waaronder misselijkheid en diarree (25% versus 11%) en concentratiestoornissen en sufheid (33% versus 36%).
Bron: Chollet F et al. Fluoxetine for motor recovery after acute ischaemic stroke (FLAME): a randomised placebo-controlled trial. Lancet Neurol 2011;10:123-130.