'In gratis tijdschriften wordt vrijwel uitsluitend het gebruik van de gespecificeerde geneesmiddelen aanbevolen, terwijl in tijdschriften met een gemengde inkomstenbron en die met uitsluitend betalende abonnees het gebruik van de gespecificeerde geneesmiddelen respectievelijk minder sterk wordt aangeraden of zelfs ontraden.' Een zucht van verlichting! Pharma Selecta wordt weliswaar gratis verspreid, maar wordt niet alleen uit advertentie-inkomsten gefinancierd. Gelukkig zijn er nog steeds vele apothekers die onze onafhankelijkheid ondersteunen door vrijwillig te doneren. Wij vinden dat we een naam hoog te houden hebben met het geven van objectieve geneesmiddelinformatie en u als trouwe lezer heeft vast wel gemerkt dat 'innovaties' in dit blad vaker worden afgeraden dan gepromoot. Advertenties zijn nodig om onze doelstelling te verwezenlijken, maar de advertentieverkoop staat volledig los van de redactie van Pharma Selecta.
Gratis geneesmiddeltijdschriften die advertenties plaatsen laten hun oren hangen naar de sponsors van de farmaceutische industrie? U kunt ervan overtuigd zijn dat Pharma Selecta hierop in ieder geval een uitzondering is.
Jos Lüers, hoofdredacteur
Gelezen
Het dilemma van gecombineerde therapie met bètablokkers en bèta-agonisten
Patiënten met zowel hartfalen als een chronische obstructieve longaandoening (COPD) vormen farmacotherapeutisch gezien een uitdaging. Bètablokkers vormen een hoeksteen van de medicamenteuze behandeling van hartfalen. Een gunstig effect op mortaliteit en morbiditeit is aangetoond.
Bèta-agonisten worden wegens de luchtwegverwijdende eigenschappen ingezet bij de behandeling van COPD. De farmacologische effecten van bètablokkers en bèta-agonisten zijn tegenovergesteld, maar de combinatie kan vóórkomen bij patiënten met zowel hartfalen als milde klachten van COPD. Bij ernstig COPD worden bèta-blokkers maar matig getolereerd. Geadviseerd wordt om de behandeling van hartfalen bij COPD-patiënten te starten met een zo laag mogelijke dosis van een selectieve bètablokker en vervolgens te titreren tot het gewenste effect bereikt is. Daartegenover staat de behandeling van COPD bij patiënten met hartfalen. Inhalatie van een bèta-agonist verlicht de symptomen van benauwdheid, maar heeft geen aangetoond effect op het voorkomen van exacerbaties. Aangetoond is dat bèta-agonisten de incidentie van hartfalen en de mortaliteit verhogen. Bij de behandeling van COPD bij patiënten met hartfalen, dient het gebruik van bèta-agonisten daarom bij voorkeur vermeden te worden. Uitgeweken kan worden naar ipratropium en/of tiotropium, maar het gebruik van de anticholinergica kan helaas ook gepaard gaan met cardiale bijwerkingen, zoals blijkt uit het volgend bericht.
Bron: J Am Coll Cardiol 2011;57(21):2127-2138.
Actueel
Tiotropium inhalatievloeistof verhoogt mortaliteit
Het gebruik van Spiriva Respimat® door patiënten met COPD gaat gepaard met een verhoogd risico van overlijden. Dit blijkt uit een systematische review en meta-analyse gepubliceerd in het British Medical Journal. De onderzoekers verzamelden alle gerandomiseerde studies waarin tiotropiumvloeistof toegediend via de Respimat®-inhalator bij COPD werd vergeleken met placebo. Het langwerkend anticholinergicum is beschikbaar in twee formuleringen, de inhalatiepoeder en de Respimat®-mist inhaler. Het reduceert benauwdheidsklachten en het aantal exacerbaties bij patiënten met COPD. Voorwaarde voor inclusie was onder andere een behandelduur langer dan 30 dagen en in de studies moesten data met betrekking tot het effect op mortaliteit worden vermeld. In totaal voldeden vijf onderzoeken aan de gestelde criteria. Het gebruik van het langwerkend anticholinergicum tiotropiuminhalatievloeistof veroorzaakte een significante toename van de mortaliteit ten opzichte van placebo (relatief risico 1,52; 95% BI 1,06-2,16; p=0,02). Het effect op de mortaliteit leek dosisgerelateerd: 5 en 10 mg tiotropium per dag resulteerde in een relatief risico op overlijden van 1,46 respectievelijk 2,15. Het gebruik van tiotropiuminhalatievloeistof gedurende één jaar resulteerde gemiddeld in één extra overlijden per 124 gebruikers. Een plausibele verklaring hiervoor is de anticholinerge werking van tiotropium en het hiermee geassocieerde risico op hartritmestoornissen. Bij gebruik van de Respimat® wordt een hogere maximale plasmaconcentratie bereikt dan bij gebruik van de poederinhalator. Helaas is er geen onderzoek gepubliceerd naar het verschil in effect op mortaliteit bij gebruik van tiotropiuminhalatiecapsules en de Respimat®. Hierdoor kan geen uitspraak worden gedaan over een mogelijk verschillend effect op de mortaliteit bij gebruik van de beide toediensystemen. Deze interessante bevinding zal in onderzoek bevestigd moeten worden. Tot die tijd is voorzichtigheid geboden, in het bijzonder bij patiënten met een reeds aanwezige cardiale aandoening.
Bron: Br Med J 14 juni 2011;342:d3215.
En dan nog even dit
Urineretentie bij inhalatieanticholinergica
Dat het gebruik van geïnhaleerde anticholinergica gepaard kan gaan met vervelende systemische effecten, blijkt ook uit een onlangs in Archives of Internal Medicine gepubliceerd artikel. In een database in Canada werden de gegevens van patiënten met een leeftijd van minimaal 66 jaar geselecteerd die in de periode van april 2003 tot maart 2009 de eerste hulp bezochten of in het ziekenhuis werden opgenomen wegens acute urineretentie. In de nested case-control studie werd nagegaan of er een relatie was tussen het optreden van acute urineretentie en het gebruik van geïnhaleerde anticholinergica als ipratropium en tiotropium. Urineretentie trad significant vaker op bij mannen die zojuist gestart waren met het anticholinergicum, vergeleken met niet-gebruikers (odds ratio 1,42; 95% BI 1,20-1,68). Bij mannen met benigne prostaathyperplasie was het risico zelfs nog groter (odds ratio 1,82; 95% BI 1,46-2,24). Ook mannen die zowel een kort- als langwerkend anticholinergicum gebruikten hadden een significant hoger risico op acute urineretentie vergeleken met monotherapie (odds ratio 1,84; 95% BI 1,25-2,71) of niet-gebruikers (odds ratio 2,69; 95% BI 1,93-3,76). Bij Lareb, het Nederlands Bijwerkingen Centrum, is de bijwerking ook vaker gemeld: er zijn elf meldingen van urineretentie bij gebruik van tiotropium en één melding bij gebruik van ipratropium (bron: www.lareb.nl, geraadpleegd 03-07-2011).
Bron: Arch Intern Med 23 mei 2011;171(10):914-920.