De vergoeding van geneesmiddelen gaat een interessante nieuwe fase in. Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) heeft samen met Novartis een alternatief vergoedingsplan bedacht dat inmiddels door minister Edith Schippers is gefiatteerd. In deze nieuwe systematiek wordt het geneesmiddel alleen vergoed als het ook wérkt bij de patiënt. Dit, in Nederland in de advocatuur verboden maar in de Verenigde Staten heel gebruikelijke, no-cure-no-pay principe, zou ervoor moeten zorgen dat er bespaard kan worden op de kosten. Geneesmiddelfabrikanten zouden hierdoor geprikkeld worden om goed werkzame middelen te ontwikkelen.
Klinkt als een slim en logisch plan, maar is het dat ook? Los van de discussie die het kan opleveren tussen fabrikant en verzekeraar over wat de criteria voor werkzaamheid zijn, is er natuurlijk al een andere instantie geweest die beoordeeld heeft of de werkzaamheid van het geneesmiddel voldoende is om het op de markt toe te laten. Wordt dit nu overbodig omdat we in de praktijk wel zullen zien of het werkt? En wie kan voorspellen of dit geen vrijbrief is om ongebreideld dure nieuwe middelen voor te schrijven? Blijken ze niet te werken, dan drukt het in ieder geval niet op het ziekenhuisbudget. Onder dit soort afspraken zouden toch duidelijke protocollen moeten liggen wie het middel wel of niet moet krijgen.
Minister Marktwerking gaat mijns inziens een stap te ver, door dit soort regelingen goed te keuren en heeft de mogelijke gevolgen niet goed overzien. Bovendien wordt voor het gemak maar even vergeten dat er voor de werkzaamheid van een therapie nog andere factoren van betekenis zijn. Wat als de patiënt volhardt in een ongezonde leefwijze en therapieontrouw is? Krijgt híj dan de rekening? Dát zou pas marktwerking zijn!
Jos Lüers, hoofdredacteur
GELEZEN
Rosacea vermijtbaar?
Mijten spelen wellicht een rol bij het ontstaan van rosacea. Patiënten met rosacea blijken ongeveer tien keer zo veel haarfollikelmijten op hun huid te hebben dan mensen zonder rosacea. De hoeveelheid haarfollikelmijten neemt toe bij veranderingen in de huid als gevolg van veroudering, stress of ziekte. De mijten zelf voeden zich met het talg op de huid en zijn onschuldig. Echter, de bacteriën op de mijten veroorzaken mogelijk rosacea. Als de mijten sterven komen de bacteriën op de huid en dit leidt tot een rode en ontstoken huid. Vervolgonderzoek biedt wellicht aanknopingspunten voor nieuwe behandelmogelijkheden.
Bron: Journal of Medical Microbiology.
Vitamines in strijd tegen MRSA-infecties
Vitamine B3 (nicotinamide) kan helpen in de strijd tegen moeilijk bestrijdbare bacterie-infecties zoals MRSA. Uit onderzoek bij dieren en menselijk bloed is gebleken dat vitamine B3 het aantal neutrofielen verhoogt. Door het toedienen van zeer hoge doses vitamine B3 krijgt het afweersysteem een boost en zijn de witte bloedcellen beter in staat om infecties met stafylokokken zoals de MRSA-bacterie te bestrijden. Mogelijk biedt vitamine B3 een nieuw aangrijpingspunt in combinatie met antibiotica bij de bestrijding van infecties met resistente bacterie-infecties zoals MRSA.
Bron: Journal of Clinical Investigation.
Gen veroudering gevonden?
Toxiciteit ten gevolge van ophoping van prone-eiwitten speelt een rol bij veroudering en leeftijd gerelateerde ziektes als Alzheimer en Parkinson. Het enzym tryptofaan 2,3-dioxygenase (TDO-2) reguleert de afbraak van tryptofaan. Blokkade van het enzym TDO-2 in een diermodel voor Alzheimer en Parkinson met de worm Caenorhabditis elegans toonde een verlaging van toxiciteit van prone-eiwitten zoals alfa-synuclein, amyloïd-bèta en polyglutamine. Hierdoor werd een verlenging van de levensduur van de worm waargenomen. Ook toevoeging van extra tryptofaan aan het voedsel van de worm gaf een verlening van de levensduur. Aangezien ook bij de mens vergelijkbare enzymen aanwezig zijn, kan het tryptofaan metabolisme een rol spelen bij veroudering en aan leeftijd gerelateerde ziektes.
Bron: Proceedings of the National Academy of Sciences of the USA, 2012 Aug.
Snoep gezond, eet een kokosnoot
Onderzoekers van het Athlone Institute of Technology in Ierland hebben ontdekt dat kokosnootolie mogelijk tandbederf tegengaat. De onderzoekers hebben het effect gemeten van kokosnootolie, plantaardige olie en olijfolie op de groei van streptokokken. Streptokokken spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van tandbederf en gaatjes. Ongeveer 60 tot 90 procent van de kinderen in westerse wereld heeft last van tandbederf. In het onderzoek werd het effect bestudeerd van de oliën in hun oorspronkelijke vorm en nadat ze werden behandeld met enzymen, vergelijkbaar met de spijsvertering. Kokosolie bleek de streptokokken te doden. Mogelijk is kokosnootolie een goed alternatief als toevoeging aan tandpasta€™s en mondspoelingen.
Bron: Microbiology.
Voorzichtigheid bij mammografie
Vrouwen met een mutatie in het BRCA1- of BRCA2-gen hebben een grotere kans op het krijgen van borstkanker. Draagsters van deze mutatie worden daarom al op jonge leeftijd gescreend om borstkanker in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen. In de retrospectieve cohortstudie, GENE-RAD-RISK, is bij 1993 vrouwen met een mutatie in het BRCA1- of BRCA2-gen gekeken naar het aantal screeningen, welke soort en op welke leeftijd de screening werd uitgevoerd. In draagsters van de BRCA1/2-mutatie leidde blootstelling aan radioactieve straling / zoals bij röntgenfoto€™s, mammografieën en CT-scans / voor hun dertigste tot een verhoogd kans op borstkanker met 1,90 (95% BI 1,20-3,00), met een dosis-gerelateerd patroon. In Nederland bestaat al langer een richtlijn dat borstkankerscreening bij jonge BRCA1/2-mutatiedraagsters niet meer automatisch met een mammografie gebeurt. De onderzoekers adviseren nu ook in een internationale aanbeveling om bij deze groep niet meer op deze wijze te screenen. Er wordt wel benadrukt dat vrouwen zonder de mutatie in het BRCA1- of BRCA2-gen en BRCA1/2-mutatiedraagsters ouder dan dertig jaar zich geen zorgen hoeven te maken voor een mammografie.
Bron: British Medical Journal.