Hormoontherapie ter primaire preventie van chronische ziekten bij postmenopauzale vrouwen
Ariam Ghebreslasie en Sana Hamad, apothekers in opleiding tot specialist
april 2018
Waarom dit onderzoek?
Postmenopauzale vrouwen hebben een verhoogd risico op chronische ziekten, zoals cardiovasculaire aandoeningen, diabetes en osteoporose. In het verleden werd hormoontherapie toegepast ter primaire preventie van deze ziekten bij vrouwen met en zonder menopauzale symptomen. In 2013 adviseerde US Preventive Services Task Force tegen het routinematige hormoontherapie, aangezien deze mogelijk ook verband houdt met een grote kans op onder andere beroerte en borstkanker. Gartlehner et al. willen met de nieuwe bewijslasten nader onderzoeken wat de voor- en nadelen zijn van hormoontherapie.
Onderzoeksvraag
Wat zijn de gezondheidseffecten van hormoontherapie ter primaire preventie van chronische ziekten bij postmenopauzale vrouwen?
Hoe werd dit onderzocht?
Een systematische review werd uitgevoerd, waarvoor 40.058 perimenopauzale en postmenopauzale vrouwen in de leeftijd van 53 tot 79 jaar werden geïncludeerd uit achttien gerandomiseerde studies. De gemiddelde follow-up duur was 3,5 jaar. Het gebruik van systemische combinatietherapie van oestrogenen en progestagenen of monotherapie met oestrogenen van minstens één jaar werd vergeleken met placebo.
Belangrijkste resultaten
Het gebruik van monotherapie met oestrogenen verlaagt statisch significant het risico op diabetes, osteoporotische fracturen en invasieve borstkanker. Echter, het gaat ook gepaard met statistisch significante risicoverhoging op beroerte, galblaasproblemen, urine-incontinentie en veneuze trombo-embolie. De combinatietherapie van oestrogenen en progestagenen verkleint statisch significant de kans op colorectale kanker, diabetes en osteoporotische fracturen. Tevens is de combinatietherapie geassocieerd met schadelijke effecten. Het risico op invasieve borstkanker, vermoedelijke dementie, galblaasproblemen, beroerte, urine-incontinentie, veneuze trombo-embolie wordt statistisch significant verhoogd. De tabel toont de geschatte toe- of afname van de incidentie van verschillende chronische ziekten per 10.000 patiëntjaren, geassocieerd met het gebruik van hormonen.
Abbreviations: DVT, deep vein thrombosis; NA, not applicable; PE, pulmonary embolism.
a Not applicable to women after hysterectomy.
b Point estimate is slightly different from estimate reported in Manson et al15because of the use of relative risks instead of hazard ratios.
Conclusie
De systematische review laat zien dat toepassing van hormoontherapie ter preventie van chronische ziekten bij menopauzale vrouwen geassocieerd is met zowel belangrijke positieve als negatieve gezondheidseffecten.
Consequenties voor de praktijk
Voor de praktijk geeft dit onderzoek onvoldoende doorslaggevend bewijs om een uitspraak te kunnen doen over het wel of niet toepassen van hormoontherapie ter primaire preventie van chronische ziekten bij postmenopauzale vrouwen. De incidentiecijfers zijn in het algemeen laag, waardoor de resultaten een grote mate van onbetrouwbaarheid bevatten. Heden ten dage is er in de huisartsengeneeskunde geen plaats voor hormoontherapie ter primaire preventie van chronische ziekten bij postmenopauzale vrouwen. In de praktijk blijven er nog veel vragen onbeantwoord.
Literatuur
Gartlehner G, Patel SV, Feltner C, Weber RP, Long R, Mullican K Boland E, Lux L Viswanathan M. Hormone Therapy for the Primary Prevention of Chronic Conditions in Postmenopausal Women: Evidence Report and Systematic Review for the US Preventive Services Task Force. JAMA 2017 Dec 12;318(22):2234-2249.