Luizen te lijf
krabben helpt niet, kammen wel
S.F. Idzinga en J. van der Wal, onder medeverantwoordelijkheid van de redactie
Samenvatting
Infectie met luizen – in Nederland voornamelijk hoofdluis en
schaamluis – kan vaak worden voorkomen door het in acht
nemen van voldoende hygiënische maatregelen. Bij schaamluis
dient men verdacht te zijn op de aanwezigheid van andere
seksueel overdraagbare aandoeningen. Van de vele producten
tegen luis op de markt, zijn alleen malathion, permetrine
en bioalletrine/piperonylbutoxide geregistreerd voor het verwijderen
van hoofdluis en schaamluis. Tussen de middelen is
niet veel verschil in effectiviteit. Voor de behandeling van
hoofdluis is een middel op de markt verschenen op basis van
dimeticon. Er is nog onafhankelijk en vergelijkend onderzoek
nodig voor een plaatsbepaling. Voorkeursmethode van het
WINAp is het met een netenkam uitkammen van het haar dat
is behandeld met een conditioner.
Pharma Selecta 2007 (juli) nr 13
Abstract
Infestation with lice – in the Netherlands most commonly
head lice and pubic lice – can often be prevented by adequate
hygiene. In the case of pubic lice there is a risk of other sexually
transmitted diseases that needs to be taken into account.
Of all possible treatments only malathion, permethrin and
bioalletrin/piperonyl butoxide are licensed for the removal of
head and pubic lice. Their efficacies are approximately similar.
Recently a dimeticone-containing product has been introduced
for treatment of head lice. Independent comparative studies
are needed before its place in therapy can be established.
In the Netherlands, the preferred treatment of head lice infestation
is combing crème-rinsed hair with a nit-comb.
Pharm Sel 2007;23:75-82.
Inleiding
Pharma Selecta probeert sinds de oprichting eerlijke informatie
over (nieuwe) geneesmiddelen voor te schotelen aan
de Nederlandse apotheker. Al vrij snel bleek dat het de rol
van luis in de pels van de farmaceutische industrie met
verve kon vertolken, maar een spreekwoordelijk luizenleven
is het nooit geworden. De Nederlandse taal is een aantal luizen
rijk, waaronder soorten die het niet in eerste instantie
op de mens hebben voorzien zoals de bladluis en de schildluis.
Dit artikel behandelt de problemen die de mens ondervindt
van de hoofdluis, schaamluis, kleerluis en de wandluis.
Tevens wordt besproken op welke wijze (infecties met)
luizen bestreden kunnen worden.
Hoofdluis
De mens is gastheer voor de hoofdluis (Pediculus humanus
capitis). Hoofdluizen worden van de ene op de andere
mens overgedragen via direct contact of door haarkammen,
mutsen, sjaals, jassen etcetera. Besmetting is mogelijk zolang
levende luizen of neten (eitjes die nog niet zijn uitgekomen)
in het haar aanwezig zijn. Luizen voeden zich met
menselijk bloed. Bij het aanprikken van de hoofdhuid wordt
speeksel ingespoten. Hierop kan zich een allergische reactie
voordoen in de vorm van jeuk.
Luizen beginnen als neten (tonvormige eitjes) vlak bij de haarinplant.
Na vier tot veertien dagen zijn deze ontwikkeld
tot nimf. Na nog eens zeven tot tien dagen is de nimf uitgegroeid
tot volwassen luis. Volwassen luizen kunnen zonder
bloed en bij kamertemperatuur maximaal 48 uur overleven,
maar op een gastheer kunnen ze dertig tot vijftig dagen oud
worden. De vrouwtjes zijn ongeveer 3 mm lang en leggen
vier tot acht eitjes per dag. De mannetjes zijn iets kleiner.
De kleur van de luizen hangt af van de pigmentatie van het
haar van de gastheer. In Nederland worden hoofdluizen verwijderd
met behulp van een luizendodend (zelfzorg)middel
en een speciale kam. Als een luizendodend middel gecontraïndiceerd
is, wordt alleen de kammethode toegepast.
Daarnaast dient alles dat in intiem contact is geweest met de
geïnfecteerde persoon, zoals kleding, beddengoed en knuffels,
gereinigd te worden door te wassen op minimaal
60 0C, of door het, na mechanische reiniging, gedurende
een week op te bergen in een afgesloten plastic zak. Verder
moeten kammen en dergelijke grondig worden gereinigd
door een uur weken in een luizendodend middel, desinfectie
met ethanol, of het gedurende een week bewaren in een
afgesloten plasticzak.1-3 Op scholen kan het gebruik van luizencapes
om de jassen aan de kapstok de verspreiding van
hoofdluis tegengaan.
Schaamluis
Schaamluizen (Phthirus pubis, ook wel platluis of platjes genoemd
vanwege hun uiterlijk) zijn grijsachtige insecten van
één tot twee millimeter groot. Een vergrootglas kan handig zijn bij
het onderzoek op de aanwezigheid
van luizen of neten.4
Ze worden ingedeeld bij seksueel
overdraagbare aandoeningen (soa), maar ze kunnen ook worden
opgelopen door gezamenlijk gebruik van kleding, slaapzakken of door dicht tegen elkaar
aan te liggen. Als de schaamluis is opgelopen door seksueel
contact, kan er ook sprake zijn van een andere soa en is een
bezoek aan de huisarts aan te bevelen.5
Ongeveer twee weken na het (seksuele) contact met iemand
die schaamluis heeft, kan jeuk in het schaamhaar ontstaan.
De jeuk wordt veroorzaakt door luizen die zich ophouden in
behaarde delen van het lichaam, zoals rond de geslachtsdelen
en de anus, maar soms ook in het okselhaar, in het
borsthaar, op de dijen of rond de navel. Zelfs in de wimpers
en wenkbrauwen kan de schaamluis voorkomen.
De schaamluis leeft van bloed van mensen. Ze laten rode of
bruine ontlasting vallen, die soms is terug te vinden in het
ondergoed. De huid kan rood en geïrriteerd raken. Krabben
tegen de jeuk helpt niet – het kan wel (secundaire) infecties
tot gevolg hebben.
Schaamluis is goed te behandelen. De behandeling moet na
een week worden herhaald. De neten dient men dagelijks te
verwijderen met een fijne kam. Ook kan het schaamhaar afgeschoren
worden, waarmee de meeste neten verdwijnen.
Alle kleren en beddengoed moeten op minimaal 60 0C gewassen
worden. Om te voorkomen dat de schaamluis terugkeert,
is het belangrijk dat ook de seksuele partners zich
laten behandelen – ook als er nog geen klachten zijn.
Kleerluis
De kleerluis (Pediculus humanus
corporis) komt in West-Europa vrijwel
niet meer voor en wordt alleen
soms nog gezien bij zwervers.
Kleerluizen zijn ongevleugelde insecten
die als parasiet leven op het
lichaam en in de kleding of het
beddengoed van mensen die ermee
besmet zijn. Kleerluizen verspreiden
zich door direct contact met iemand die kleerluizen
heeft of indirect door gezamenlijk gebruik van kleding, bedden,
beddengoed of handdoeken.
De kleerluis kent drie levensfasen. De neten zijn ovaal en
meestal geelwit van kleur en doorgaans goed te zien in de
naden en zomen van kleding, vooral rond het middel en in
de oksels. Neten kunnen ook aan de lichaamsbeharing vastgekleefd
zitten. Uit de neet komt een kleine luis die nimf
wordt genoemd. Deze lijkt op een volwassen luis, maar is
kleiner. Het duurt ongeveer zeven dagen voordat de nimf
volgroeid is. Om in leven te blijven moet de nimf zich voeden
met bloed van de gastheer. De volwassen kleerluis is ongeveer
zo groot als een sesamzaadje, heeft zes poten en is geelbruin tot grijswit van kleur.
De vrouwtjes leggen eieren.
Om in leven te blijven moeten de volwassen luizen zich voeden
met bloed. Als de luis van de gastheer valt, gaat hij binnen
tien dagen dood. Besmetting is ongebruikelijk bij personen
die regelmatig een bad of douche nemen.
Veelvoorkomende verschijnselen zijn jeuk en huiduitslag –
beide zijn allergische reacties van het lichaam op de luizenbeet.
Langdurige luizenbesmetting kan leiden tot verdikking
en verkleuring van de huid, in het bijzonder rond het middel,
in de liesstreek en op de bovenbenen. Door veelvuldig
krabben kunnen er wondjes ontstaan, die soms secundair
geïnfecteerd raken met bacteriën of schimmels.
Kleerluizen kunnen ziekten overbrengen en zelfs epidemieen
veroorzaken van vlektyfus en van de zogenaamde Febris
recurrens. Hoewel vlektyfus niet langer op grote schaal voorkomt,
doen zich nog steeds epidemieën voor in tijden van
oorlog, onlusten, natuurrampen. Vooral in vluchtelingenkampen
en in gevangenissen, waar mensen dicht opeen verblijven
onder slechte hygiënische omstandigheden. Vlektyfus
wordt veroorzaakt door micro-organismen, de Rickettsiae,
waarvoor de luis als drager dient. Het komt nog voor op
plaatsen waar als gevolg van het klimaat, chronische armoede
en sociale gewoonten kleding niet regelmatig wordt gewisseld
en gewassen bijvoorbeeld in Afrika, met name in
Burundi, Rwanda en Ethiopië en ook in Zuid-Amerika,
vooral in Peru, Bolivia en Equador.
Wandluis
De wandluis is eigenlijk een
wants (Cimex lectularis) ook wel
bedwants genoemd. Het is een
plat ovaal, circa 5 mm lang, lichtbruinrood
gekleurd, ongevleugeld insect dat wereldwijd voorkomt.
In februari 2006 werd melding gemaakt van de enorme
schade die aan het toerisme
in Australië werd berokkend door een enorme stijging
van het aantal gevallen waarin de ongediertebestrijding
moest optreden tegen uitbraken van de wandluis.6 Deze parasiet
zuigt ’s nachts bloed bij mensen. De steek veroorzaakt
hinderlijk jeukende bulten met daarin een rood prikwondje.
Na de bloedmaaltijd kruipt de volgezogen wandluis terug
naar de rustplek in kieren en spleten van muren en bedden
in een gewoonlijk vervuilde omgeving. Hier worden ook de
eieren (circa 50 per legsel) afgezet. Na het uitkomen van de
eieren zijn de wandluizen in circa elf maanden volwassen.
Ze verraden zich door ontlasting te deponeren op muren en
beddengoed en doordat zij een karakteristieke zoete geur
verspreiden. Bestrijding kan geschieden door insecticiden
(bijvoorbeeld pyrethrinen).7 Behalve maatregelen die de
jeuk stillen is er voor de mens zelf weinig tegen te doen.
Bestrijding van luis
Kleerluizen zijn te bestrijden door de besmette persoon
schone kleren te geven, een douche of bad te laten nemen
en door alle gedragen kleding, gebruikte beddengoed en
handdoeken te wassen. Kleding en dergelijke moet bij
60 0C worden gewassen en in de wasdroger bij hoge temperatuur
worden gedroogd.
De wandluis is te bestrijden door de wanden van het verblijf
te behandelen met een effectief insecticide.
Iemand die besmet is met schaam-, hoofd- of kleerluis, doet
er goed aan ook zijn/haar seksuele partner(s) en huisgenoten
in te lichten dat er kans op besmetting bestaat. Men
dient lichamelijk contact te vermijden tot de besmetting is
verdwenen.
De meest zekere weg om hoofdluis weg te krijgen is kaalscheren,
maar deze methode is voor veel mensen niet acceptabel.
Daarop volgen de luisdodende lotions en sprays.
In Nederland zijn de volgende middelen geregistreerd voor
het verwijderen van hoofdluis en schaamluis: malathion lotion
5 mg/g (Noury® of Prioderm®), malathion shampoo
10 mg/g (Prioderm®), permetrine crème 50 mg/g of crèmespoeling
10 mg/g met isopropanol 200 mg/g (Loxazol
crème® en Loxazol lotion®) en bioalletrine/piperonylbutoxide
sprayvloeistof 6,6/26,4 mg/g (Para-Speciaal®). Er
is, voor zover bekend, weinig verschil in effectiviteit van de
genoemde middelen.1-3 Ook zijn er middelen op de markt
met een ‘zuiver natuurlijke’ samenstelling. Daarvan raadt
het RIVM het gebruik af omdat geen bewijs is gepubliceerd
van de werkzaamheid ervan.
Nieuw op de markt is XT Luis®, een lotion met dimethicon.
8 Dit middel heeft niet de neurotoxische werking van
alle hiervoor genoemde middelen. Een deel van het tot nu
toe gepubliceerde onderzoek met dit middel is van de hand
van een wetenschapper die (toevallig?) in de Verenigde Staten
een aantal patenten voor dit middel op zijn naam heeft
staan. De vloeistof verdampt en vormt om de luis een film
die de ademopeningen verstopt waardoor het insect sterft.
Het lijkt een verfijning van de volkswetenschap dat een
hoofd vrij wordt van luizen als het volledig in de slaolie
wordt gezet. Zo is er eveneens een product Luisweg® op
basis van kokosolie.
Er is ook onderzoek naar het gebruik van orale middelen bij
de bestrijding van hoofdluis. Behandeling met een 1% permetrine-
oplossing lokaal, gecombineerd met tien dagen
10 mg/kg/dag cotrimoxazol oraal, gaf een statistisch significant
beter resultaat ten opzichte van behandeling met de
permetrine-oplossing alleen.8 Ivermectine, gedurende drie
weken 12 mg om de week, bleek bij de populatie van een opvanghuis
in Marseille een vermindering van 84,9% naar
18,5% met kleerluis geïnfecteerde bewoners tot gevolg te
hebben. Meer onderzoek is nodig naar de rol die ivermectine
mogelijk zou kunnen spelen.9
Farmacologie
Bioalletrine is een synthetisch derivaat van de natuurlijke
pyretrinen. Het is neurotoxisch: in het centraal zenuwstelsel
van de luis wordt hyperexcitabiliteit, uitputting en verlamming
opgewekt.
Piperonylbutoxide is zwak insecticide en heeft een remmend
effect op luizenenzymen die betrokken zijn bij de afbraak
van pyretrinen. Daardoor heeft het in combinatie met
bioalletrine een synergistisch effect, waardoor zowel luizen
als neten worden gedood.
Malathion remt het enzym cholinesterase en werkt insecticide.
Permetrine is een synthetisch pyretroïd. Het verstoort het
natriumionentransport in zenuwcelmembranen en daarmee
het functioneren van het zenuwstelsel van de luis.
Alle genoemde middelen doden zowel luizen als neten. De
ovicide werking van permetrine wordt versterkt door het
toevoegen van isopropanol aan permetrinelotion.1
Dimeticon lotion 4% bevat 4% lange-keten lineair silicon (=
dimeticon) in een vluchtige siliconenbasis (cyclomethicon).
Als het op haar en hoofdhuid is aangebracht, ‘droogt’ het
door verdamping van cyclomethicon. Er wordt een film gevormd
en de aanwezige luizen stikken door afsluiting van
de ademhalingswegen.10 11
Klinische studies
In een Brits, enkelblind, gerandomiseerd onderzoek werd
kammen met een speciale kam (in de ‘Bug Buster kit’) vergeleken
met behandeling met een luizendodend zelfzorgmiddel.
De deelnemers werden geselecteerd uit gezinnen
die voor advies over de behandeling van een infectie met
hoofdluis naar hun huisarts of apotheek zouden gaan. 133
kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 15 jaar bij wie levende
luizen op het hoofd aantoonbaar waren en die in de voorgaande
drie weken geen anti-luisbehandeling hadden ondergaan,
werden gerandomiseerd naar behandeling met de
Bug Buster kit of met een waterige malathionoplossing
0,5% of met permetrinecrèmespoeling 1%. Toepassing van
de Bug Buster kit hield in dat het haar na behandeling met
eigen conditioner werd gekamd met een speciale kam. Dit
werd viermaal gedaan met tussenpozen van drie dagen. Na
vijftien dagen werd door een onderzoeker gekeken of er nog
levende luizen aanwezig waren. De luizendodende middelen
werden eenmalig toegepast en na vijf dagen werd door
onderzoekers gekeken of er nog levende luizen aanwezig
waren. De onderzoeker was geblindeerd voor de behandeling.
In de publicatie is niet vermeld of de onderzoekers op
de hoogte waren van het tijdstip van de controle (de vijfde of
de vijftiende dag na start van de behandeling). Therapietrouw
en tevredenheid over de behandeling werden gemeten
met behulp van een vragenlijst. Uiteindelijk waren gegevens
van 126 deelnemers beschikbaar voor analyse. Van hen
waren 56 behandeld met de Bug Buster kit, 40 met permetrinecrèmespoeling
en 30 met malathionoplossing. Genezing
(afwezigheid van levende luizen bij controle na behandeling)
trad op bij 17% (5/30) van de kinderen in de malathiongroep,
10% (4/40) van de kinderen in de permetrinegroep
(totale genezing met luizendodend middel: 13% (9/70)) en 57% (32/56) van de kinderen in de ‘bug busting’-
groep. Het relatief risico (tussen wel en niet gebruiken van
een luisdodend middel) was gelijk aan 4,4 (95% BI 2,3-8,5)
en het number needed to treat (NNT) was 2,2612.
Ander onderzoek laat zien dat de effectiviteit van kammen
alleen te wensen overlaat.13
In een Amerikaans, gerandomiseerd, enkelblind onderzoek
werd de effectiviteit van eenmalige behandeling met permetrinecrèmespoeling
1% gedurende 10 minuten onderzocht,
al dan niet in combinatie met kammen met een
luizen/netenkam. De nulhypothese was dat na een eenmalige
toepassing van permetrine crèmespoeling op dag 1, 95%
of meer van de deelnemers geen levende luizen meer zou
hebben op dag 2, zonder kammen met een luizen/netenkam.
De deelnemers waren twee jaar of ouder en hadden
een infectie met hoofdluis. In de twee weken voor de start
van het onderzoek waren door de deelnemers geen luisdodende
middelen toegepast en in de week voorafgaand aan
het onderzoek waren geen antibiotica gebruikt. Behandeling
met permetrine crèmespoeling werd in het onderzoekscentrum
uitgevoerd. Familieleden van deelnemers werden
soms thuis behandeld. De deelnemers werden gerandomiseerd
voor wel of niet kammen. Na behandeling op dag 1
werd gekamd tot dag 8. Als dan opnieuw behandeling nodig
was, werd gekamd tot dag 15. De aanwezigheid van levende
luizen werd onderzocht op dag 2, 8, 9 en 15 door onderzoekers
die geblindeerd waren voor wel of niet kammen. Op
dag 2 was 72,7% (24/33) in de kamgroep vrij van levende
luizen (95% BI 54,5-86,7), versus 83,1% (49/59) in de groep
waarin niet gekamd werd (95% BI 71,0-91,6). Op dag 8 bedroegen
deze percentages 33,3% (11/33, 95% BI 18,0-51,8),
respectievelijk 45,8% (27/59, 95% BI 32,7-59,2). Op dag 15,
na herbehandeling op dag 8 van 22 patiënten in de kamgroep,
32 patiënten in de groep waarin niet werd gekamd en
2 patiënten ‘per abuis’ (waren luisvrij, maar zijn toch herbehandeld)
waren vrij van levende luizen: 72,7% van de patiënten
in de kamgroep (24/33, 95% BI 54,5-86,7) en 78,3%
(47/60, 95% BI 65,8-87,9) van de patiënten in de groep
waarin niet gekamd werd. Hoewel niet statistisch significant,
werd in de groep waarin niet werd gekamd een hoger
luisvrij percentage waargenomen.14
Voor een Brits, enkelblind, gerandomiseerd onderzoek naar
de effectiviteit en veiligheid van 4% dimeticon lotion bij de
behandeling van hoofdluis werden deelnemers gerekruteerd
door middel van een advertentie. Geïncludeerd werden 214
kinderen van 4 tot 18 jaar en 39 volwassenen met hoofdluis,
die in de voorafgaande twee weken geen luisdodend middel
hadden gebruikt en in de voorafgaande vier weken geen trimethoprim
of cotrimoxazol. 127 deelnemers werden behandeld
met 4% dimeticon lotion, tweemaal gedurende acht
uur of de hele nacht met een tussenpoos van zeven dagen.
126 deelnemers werden behandeld met 0,5% phenothrinevloeistof
gedurende twaalf uur of de hele nacht met een tussenpoos
van een week. Luizenkammen werden niet gebruikt
gedurende de studie. De behandelingen werden uitgevoerd
door onderzoekers en het effect werd beoordeeld
door onderzoekers die geblindeerd waren voor de behandeling.
Het primaire eindpunt was eliminatie van hoofdluis na
de tweede behandeling op de dagen 9 en 14. Bij intention to
treat analyse bleek dit te zijn bereikt bij 70% (89/127) van de
patiënten in de dimeticongroep en bij 75% (94/125) in de
phenothrinegroep, een niet-significant verschil van -5%
(95% BI -16%-6%). Na genezing trad herinfectie op (gezien
op dag 9 of dag 14) bij 6 patiënten in de dimeticongroep en
7 in de phenothrinegroep.10
Bijwerkingen
Bij alle genoemde producten is lichte irritatie en jeuk gemeld,
evenals roodheid van de huid. Deze verschijnselen bestonden
meestal ook al voordat het product werd gebruikt.
Interacties
Malathion wordt geïnactiveerd door chloor. Daarom zou op
de dag van behandeling met malathion niet in chloorhoudend
water moeten worden gezwommen.1 2
Handelspreparaten en prijzen
stof |
preparaat | vorm/sterkte |
hoeveelheid |
prijs/stuk |
malathion | Noury® |
lotion 5 mg/g |
100 ml |
4,59 |
malathion | Prioderm® | lotion 5 mg/g | 110 ml | 6,20 |
malathion | Prioderm® | shampoo |
40 g | 6,20 |
permetrine | Loxazol® | crème 50 mg/g | 30 g | 13,72 |
permetrine+ isopropylalcohol | Loxazol® | lotion 10 mg/g | 59 ml | 5,12 |
bioalletrine + piperonylbutoxide | Para Speciaal Spray® | spray 6,6/26,4 mg/g | 90 g = 145 ml | 6,30 |
dimethicon XT | Luis® | lotion 4% | 100 ml | 8,19 |
kokosolie | Luisweg® | lotion | 150 ml | 8,82 |
Apotheek inkoopprijs juni 2007 |
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de
hulpstoffen.
Zwangerschap en lactatie
Van geen van de tot nu toe gebruikelijke (neurotoxische) behandelingen
voor hoofdluis staat de veiligheid voor gebruik
bij zwangere vrouwen vast. In het RIVM-protocol infectieziekten
Hoofdluis wordt het gebruik van deze middelen tijdens
de zwangerschap afgeraden en ook het gebruik in de
periode dat borstvoeding wordt gegeven.3
Aanbevelingen
Uit onderzoek zou zijn gebleken dat kammen met een netenkam,
in combinatie met gebruik van crèmespoeling, ongeveer
even effectief is als behandeling met een pediculicide
middel.2 15 In de nieuwste versie van de WINAp-zelfzorgstandaard
Hoofdluis staat daarom het volgende:2
De methode van voorkeur: het haar dagelijks kammen met
een netenkam (dit is NIET hetzelfde als een luizenkam of
stofkam) en crèmespoeling gedurende twee weken. Nietmedicamenteuze
ondersteunende maatregelen (behandeling
van beddengoed, knuffels, kammen en dergelijke) zijn
noodzakelijk en worden uitgevoerd op dag één.
Methode 2 behelst twee behandelingen met een luizendodend
middel of met dimeticon op dag één en op dag acht,
dus met een tussenpoos van een week. Daarbij dagelijks
kammen met een luizenkam (stofkam) gedurende twee
weken, vanaf dag één tot en met dag veertien. Niet-medicamenteuze
ondersteunende maatregelen (behandeling van
beddengoed, knuffels, kammen en dergelijke) zijn noodzakelijk
en worden uitgevoerd op dag één.
Bij de natkammethode wordt de conditioner gebruikt om de
doorkambaarheid van het haar te versoepelen, wat prettig is
bij het gebruik van een netenkam. De conditioner immobiliseert
de luizen waardoor ze makkelijker uitgekamd kunnen
worden. Therapietrouw kan bij de natkammethode een
probleem zijn. In individuele gevallen kan men daarom
soms beter methode 2 aanbevelen.
Voorlichting aan de patiënt
Neem, om besmetting te voorkomen, de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht (voor zover dat mogelijk is, in het
bijzonder op reis):
• Ga regelmatig in bad of onder de douche. Als u in arme,
drukbevolkte gebieden reist, let er dan op dat u zich vaak
wast en verschoont en regelmatig uw kleding wast op minimaal
60 0C.
• Laat niet-wasbare kleding chemisch reinigen.
• Deel geen kledingstukken of artikelen zoals mutsen of
petten, sjaals, jassen, broeken, handdoeken en washandjes
met anderen.
• Ga niet liggen op bedden, banken, kussens, kleden of
knuffels die kort geleden in aanraking zijn geweest met
een besmet persoon.
• Controleer al uw gezinsleden op verschijnselen van jeuk
en huiduitslag.
• Wanneer u op reis bent, zorg er dan voor dat u overnacht
op plaatsen waar het beddengoed is verschoond. Neem
desnoods uw eigen lakens en slopen mee.
• Neem middelen tegen luizen mee als u reist in gebieden
waar die niet verkrijgbaar zijn.
Voor het verkrijgen van een optimaal behandelresultaat is
het belangrijk de aanwijzingen op de verpakking van het
product nauwkeurig op te volgen.
Conclusie
In Nederland hebben we, als het gaat over luizen, voornamelijk
te maken met de hoofdluis en de schaamluis. Het is
meer een lastig dan een ernstig probleem. Behandeling geschiedt
met luis- en neetdodende, neurotoxische stoffen die
lokaal worden aangebracht. Wanneer dat gebeurt volgens de
gebruiksaanwijzing van de betreffende fabrikant, is het
doorgaans voldoende effectief. In de aangehaalde klinische
studies was mogelijk sprake van resistentie tegen luisdodende
middelen. In welke mate deze resistentie zich in Nederland
voordoet, is onbekend. Overigens hoeft de aanwezigheid
van luizen – bijvoorbeeld een week na voltooien van
de behandeling – niet te betekenen dat er sprake is van resistentie,
er kan ook herinfectie hebben plaatsgevonden.
Van de vele therapieën die in de markt gezet zijn tegen luizen,
zijn alleen malathion, permetrine en bioalletrine/piperonylbutoxide
evidence based geregistreerd. Het WINAp-zelfzorgadvies
van voorkeur is twee weken kammen met een
netenkam nadat men het haar heeft behandeld met een
conditioner. Na behandeling met een luisdodend middel
moet het haar worden gekamd. Tegelijk met dode luizen en
neten zouden ook nog levende neten kunnen worden verwijderd
– indien de juiste (neten)kam wordt gebruikt. Of
wél kammen na gebruik van een luisdodend middel effectiever
is dan niét kammen blijkt niet duidelijk uit de besproken
literatuur. Een nieuwe aanpak door middel van verstikking
van de luis met behulp van een lotion met dimeticon
lijkt veelbelovend, maar moet nog in onafhankelijk en vergelijkend
onderzoek worden getest, voordat het een plaats
in de behandeling kan krijgen.
Literatuur
1 College voor Zorgverzekeringen. Parasitosen.
In: Farmacotherapeutisch Kompas 2007.
2 Standaard Hoofdluis. In: Standaarden voor de zelfzorg. KNMP/
WINAp, Den Haag, 4e druk 2005. Nieuwste versie geraadpleegd op
http://kennisbank.knmp.nl , juni 2007.
3 Pediculus humanus capitis-hoofdluis. RIVM protocol infectieziekten
B85.0, september 2004. Laatst gewijzigd september 2005. Geraadpleegd
via www.infectieziekten.info , mei 2007.
4 NHG. Ziektebeschrijving Schaamluis, versie 2006.
nhg.artsennet.nl
5 Stichting SOA bestrijding. www.soaaids.nl
6 Wandluis nekt toerisme Australië, februari 2006.
http://www.holidaymania.nl/article.php/20060206152459166
7 Medische encyclopedie, Uitgeverij Het Spectrum bv 2006.
8 Ronaldo B et al. Head lice infestation: single drug versus combination
therapy with one percent permethrin and trimethoprim/
sulfamethoxazole. Pediatrics 2001;107:e30.
9 Foucault C et al. Oral ivermectine in the treatment of body lice.
J Infect Dis 2006:193;474-476.
10 Burgess IF, Brown CM et al. Treatment of head louse infestation
with 4% dimeticone lotion: randomised controlled equivalence trial.
Br Med J 2005;330:1423-1427.
11 Pearlman DL. A simple treatment for head lice: dry-on, suffocationbased
pediculicide. Pediatrics 2004;114;e275-e279.
12 Hill N, Moor G et al. Single blind, randomised, comparative study of
the Bug Buster kit and over the counter pediculicide treatments
against head lice in the United Kingdom.
Br Med J 2005;331:384-387.
13 Roberts RJ, Casey D et al. Comparison of wet combing with malathion
for treatment of head lice in the UK: a pragmatic randomised
controlled trial. Lancet 2000;356:540-544.
14 Meinking TL, Clineschmidt CM et al. An observer-blinded study of
1% permethrin creme rinse with and without adjunctive combing in
patients with head lice. J Pediatr 2002;141(5):665-670.
15 Luinenburg J. WINAp nieuws: Zelfzorgstandaard Hoofdluis wijzigt.
Pharm Weekbl 2007;22:52.