Actueel
Foei!
Het Severe acute respiratory syndrome (beter bekend als SARS) heeft ongeveer een half miljoen nieuwe websites op het internet gegenereerd. Op vrijwel al deze pagina's wordt bescherming tegen het ziektebeeld geclaimd. Producten die worden aangeboden variëren van luchtwegbeschermers zoals mondmaskers tot voedingssupplementen die het menselijke afweersysteem zouden versterken. Zo worden er bijvoorbeeld ook SARS-travelkits aangeboden voor de prijs van 46 euro en claimt het bedrijf Young Again Nutritients dat hun supplement Beta Glucan® helpt beschermen tegen SARS. Zestig capsules van het supplement blijken verkrijgbaar te zijn voor een variërend bedrag van 25 tot 120 euro. Heel wat bedrijven lijken dus een slag te willen slaan uit de algemene angst voor SARS. Er is echter nog geen enkel medicijn dat bewezen effectief is, dus alle claims zijn ongegrond!
Bron: Br Med J 2003;326:900.
Het scheelt een haartje
Ruim drie jaar nadat in dit blad is geschreven over finasteride bij kaalheid is het middel Propecia® nu eindelijk op de markt. Elke arts en apotheker heeft hierover inmiddels een fraaie folder ontvangen. Hierin worden de resultaten van de gedane onderzoeken kort beschreven. Gezien het feit dat er geen andere onderzoeken worden aangehaald dan de onderzoeken die drie jaar geleden al in Pharma Selecta zijn beschreven herhalen wij graag voor u onze bevindingen.
Finasteride 1 mg is geregistreerd voor mannen met alopecia androgenetica in een vroeg stadium. Na drie maanden heeft finasteride een positief effect op de hoeveelheid haar, waarbij dit effect maximaal is na twaalf maanden. Gebruik van finasteride langer dan twaalf maanden geeft geen verdere verbetering van de hoeveelheid haar. De positieve effecten zijn na stoppen met finasteride binnen twaalf maanden weer verdwenen, vandaar dat continu gebruik noodzakelijk is om het effect te behouden. Maar resultaten over het gebruik van finasteride langer dan twee jaar zijn niet beschikbaar. Meer langdurige klinische studies zijn noodzakelijk om het effect en de veiligheid op lange termijn te bepalen.
Aangezien medisch gezien geen noodzaak is om te behandelen moet de ratio effectiviteit/veiligheid zeer gunstig uitvallen. In het algemeen wordt finasteride goed verdragen. De meest voorkomende bijwerkingen zijn verminderd libido, ejaculatiestoornissen en erectiele dysfunctie. Finasteride wordt niet vergoed door de zorgverzekeraar en kost 136,17 euro per maand.
Finasteride kan een uitkomst zijn voor mannen met alopecia androgenetica in een vroeg stadium, die het kaal worden als een groot probleem ervaren en hier wat aan willen veranderen. Goede voorlichting over de te verwachten resultaten, de langdurige behandeling, de eventuele bijwerkingen en de hoge kosten zijn noodzakelijk om de man te kunnen laten beslissen of de behandeling zinvol en de bijwerkingen en kosten acceptabel zullen zijn.
Voor de resultaten van het klinisch onderzoek en de literatuurlijst verwijzen wij u naar:
L.G.M. Wildemors en B.G.H. van Solkema, Finasteride bij kaalheid, het scheelt een haartje. Pharm Sel 2000;16: 26-29.
De kanttekeningen
Mislukt product in nieuw jasje
Wat doe je als producent zijnde van een me-too-product zonder enige meerwaarde dat bovendien ook nog eens nauwelijks marktomzet kent? Precies, zo snel mogelijk dumpen. Weg ermee! Laat een ander maar kijken wat ie ermee kan.
Dit moet Boehringer Ingelheim ook hebben gedacht bij het zien van de (net iets meer dan nul) omzet van haar angiotensine II-receptor antagonist telmisartan (Micardis®). Koper Bayer gaat het middel nu proberen te slijten onder de merknaam Kinzalmono®. Daarnaast wordt een combinatiepreparaat met hydrochloorthiazide op de markt gebracht onder de naam Kinzalkomb®.
Opvallend is dat Bayer probeert de achteloze reclamelezende artsen en apothekers zoveel mogelijk in het ongewisse te laten over de voorgeschiedenis van het middel. In een mailing wordt herhaaldelijk de term 'nieuw' gebezigd, maar nog veel kwalijker is dat de stofnaam van het middel slechts met de grootste moeite in het reclamedrukwerkje is terug te vinden. Volgens de regelsdient reclamemateriaal vergezeld te gaan van een beknopte stofmonografie. In veel vakliteratuur vindt u deze monografieën elders in het blad. In het geval van de mailing over Kinzalmono® is er, heel slim, een kartonnetje overheen geplakt.
Wellicht kan de firma Bayer overwegen om, met in het achterhoofd ook nog
de Lipobay®-affaire, in het vervolg niet meer de stofnaam, maar haar
eigen firmanaam achterwege te laten in reclame-uitingen. De informatie komt
dan waarschijnlijk veel betrouwbaarder over.
Alweer NMa
Het lijkt erop dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) het druk gaat krijgen met de farmaceutische bedrijfskolom. Na het Asser Wilhelmina Ziekenhuis heeft nu ook zorgverzekeraar Menzis een klacht ingediend bij de NMa tegen twee farmaceutische bedrijven. Menzis is van mening dat deze bedrijven onderling afspraken maken om bezuinigingen op de kosten van medicijnen te dwarsbomen.
Menzis, waartoe onder andere verzekeraars Geové en Amicon behoren, verplicht apothekers om de goedkoopste versie fluoxetine af te leveren. Hierdoor denkt men jaarlijks honderd miljoen euro te besparen. Volgens Menzis wordt deze maatregel nu gefrustreerd door de twee goedkoopste aanbieders, Pharmachemie en Katwijk Farma. Deze twee leveranciers hebben per 1 mei de prijzen opgetrokken tot het niveau van de andere fabrikanten, waardoor de mogelijke besparing wegvalt.
De prijsverhoging van de fabrikanten is waarschijnlijk bedoeld om de invloed van verzekeraars op hun prijsbeleid teniet te doen. Wanneer de maatregel van Menzis succes heeft, volgen hoogst waarschijnlijk meerdere verzekeraars.
Overigens zijn de apothekers in de regio's waarin Menzis de meeste klanten heeft niet blij met de 'fluoxetine-maatregel'. Volgens de apothekers is de maatregel in strijd met de huidige systematiek van inkoopvergoedingen voor apotheekhoudenden. Bovendien is de maatregel en een mogelijke uitbreiding daarop rampzalig voor de logistiek in de apotheek en inkoopafspraken met leveranciers. De maatregel zal derhalve door een aantal apothekers uit de regio gerechtelijk worden aangevochten.
Het is maar de vraag of de NMa iets met de klacht van Menzis gaat doen. Het huidige systeem van maximumprijzen werkt immers in de hand dat fabrikanten hun prijzen daaraan gaan aanpassen. In een vrije marktsituatie zouden juist de 'concurrenten' van Pharmachemie en Katwijk hun prijzen hebben verlaagd. Willen de verzekeraars dat fabrikanten gaan concurreren op prijs, dan zullen zij er bij de politiek op moeten aandringen dat het huidige GVS op de helling gaat.
Gelezen
Opnieuw vele doden door longkankermedicijn
Iressa® is een nieuw middel dat de overexpressie van Epidermal Growth Factor bij onder andere longkanker en prostaatkanker remt. Terwijl de FDA op het punt staat om dit middel te registreren, heeft de fabrikant bekend gemaakt dat het in verband wordt gebracht met, opnieuw, 69 doden in Japan. Sinds de introductie van Iressa® in Japan, in juli van het afgelopen jaar staat het dodental nu op 246.
Ondanks de vele doden blijft de fabrikant achter Iressa® staan. Het geldt als laatste redmiddel voor longkankerpatiënten die zonder succes reeds chemotherapie of radiotherapie hebben ondergaan. De dodelijke bijwerking, interstitiële longziekte (ILD), kan ook een bijwerking van chemotherapie of radiotherapie zijn. Ongeveer 1% van de patiënten die het middel gebruiken, ontwikkelt ILD. Daar tegenover staat dat Iressa® bij 40% van de behandelde patiënten gunstige effecten geeft, zoals het slinken van de tumoren of verlichting van symptomen als benauwdheid.
Naar verwachting zal de FDA het middel ondanks de vele gemelde sterfgevallen binnenkort toch registreren.
Bron: http://main.pslgroup.com
Tv-reclame voor merkgeneesmiddel weinig effectief
Vanuit ons land wordt vaak met afgrijzen gekeken naar de Amerikaanse geneesmiddelmarkt, waar apothekers slechts een zeer beperkte rol spelen en prescriptie een commercieel spel tussen de farmaceutische industrie en de consument is. Bij elke proefballon die wordt opgelaten om direct-to-consumer-reclame voor merkgeneesmiddelen in Nederland mogelijk te maken, worden de Verenigde Staten als afschrikwekkend voorbeeld uit de kast gehaald van hoe het toch vooral niet moet.
Onderzoeksbureau Intermedia Advertising Group (IAG) onderzocht het werkelijke effect van direct-to-consumer-reclame bij enkele tienduizenden consumenten en kwam tot de conclusie dat reclame voor receptgeneesmiddelen maar weinig zoden aan de dijk zet. Veel reclame wordt door de consument niet begrepen en slecht onthouden. Dit in tegenstelling tot reclame voor frisdranken, etenswaren, lingerie en bier. Ook reclames voor OTC-producten scoorden beter dan voor receptgeneesmiddelen.
In 2001 besteedde de farmaceutische industrie 2,6 miljard dollar aan direct-to-consumer-reclame, waaronder advertenties in bladen en tv-reclames. Dit lijkt veel, maar er werd bijna tweemaal zoveel besteed aan doktersbezoeken en viermaal zoveel, 10,5 miljard dollar, aan gratis monsters. Aan direct-to-consumer-reclame werd 14% van het totale reclamebudget besteed.
De overschatting van het effect van consumentenreclame op de verkoopcijfers komt vooral door enkele succesverhalen, zoals Claritine® en Viagra®. Meestal zijn er bij deze successen ook andere factoren aan te wijzen die hebben bijgedragen aan de verkoop, zoals het ontbreken van een goed alternatief.
Geneesmiddelfabrikanten denken dat het beperkte effect van reclame voor receptgeneesmiddelen te maken heeft met de strenge FDA-reclameregelgeving. Hierdoor zouden zij hun verhaal niet helder en duidelijk genoeg overbrengen.
Direct aan consumenten gerichte geneesmiddelreclame is geen zegen voor de geneesmiddelmarkt. Niet zozeer vanwege de verhoging van de vraag van patiënten aan hun artsen, maar vanwege de nutteloze meerkosten die worden doorberekend in de prijzen.
Bron: http://www.forbes.com
The making of een nieuwe aandoening
In een artikel in het British Medical Journal wordt de 'geboorte' van een nieuwe ziekte beschreven: de female sexual dysfunction. Aan de hand van dit voorbeeld wordt beschreven hoe onderzoekers met nauwe banden met de farmaceutische industrie, samen met collegae in de betreffende firma, via zwaar gesponsorde bijeenkomsten en congressen een nieuw ziektebeeld definiëren en classificeren. In dit geval betreft het de firma Pfizer die graag een nog grotere markt voor hun product sildenafil (Viagra®) zou zien.
De auteur concludeert dat de door Pfizer gesponsorde definities van female sexual dysfunction misleidend en potentieel gevaarlijk zijn. Veel geciteerde schattingen dat 43% van de vrouwen aan dit ziektebeeld zou lijden zijn sterk overdreven en worden in twijfel getrokken door vooraanstaande onderzoekers. De belangrijkste conclusie is wellicht dat de rol van farmaceutische firma's bij het 'construeren' van nieuwe ziekten en aandoeningen beter in de openbaarheid moet worden geëvalueerd.
Bron: Br Med J 2003;326:45-47.
Alcohol en coronaire hartziekten
Het is inmiddels onomstreden dat matig alcoholgebruik leidt tot een afname van het risico op een myocardinfarct. De rol die het drinkpatroon en de soort drank hierbij spelen is nog onduidelijk.
In een studie onder 38.077 mannelijke werkers in de gezondheidszorg, die bij de start van het onderzoek geen cardiovasculaire aandoeningen of kanker hadden, is gekeken naar de relatie tussen alcoholgebruik en het risico van een myocardinfarct. Via gevalideerde vragenformulieren werd de comsumptie van bier, rode wijn, witte wijn en sterke drank om de vier jaar bepaald. Van 1986 tot 1998 werden fatale en niet-fatale myocardinfarcten geregistreerd. In deze twaalf jaar waren er 1418 myocardinfarcten.
Vergeleken met mannen die minder dan ééns per week alcohol dronken hadden mannen die 3-4 dagen of 5-7 dagen per week alcohol dronken een relatief risico op een myocardinfarct van 0,68 (95%CI 0,55 - 0,84) respectievelijk 0,63 (95%CI 0,54 - 0,74). Er bleek geen verschil tussen consumptie van de verschillende soorten alcoholhoudende drank.
Het toepassen van deze resultaten op individuele patiënten dient behoedzaam te gebeuren gezien de vele effecten van alcohol op de gezondheid en de variatie in individuele gevoeligheid voor deze effecten.
Bron: N Engl J Med 2003;348:109-118.