Ingezonden: pamflet
De apotheek is dood. Leve de Apotheker!
De apotheker:
* is een manager en pas daarna zorgverlener;
* is een wetenschappelijk opgeleide farmaceut, die drop, cosmetica en homeopathische middelen verkoopt;
* werkt nauwelijks samen met de huisartsen;
* is hoogopgeleid en gebruikt dat niet.
De huisartsen:
* zijn slechte voorschrijvers en controleurs;
* zij maken de keuze voor een preparaat op verkeerde gronden;
* zijn beïnvloedbaar door de farmaceutische industrie;
* vertrouwen op hun eigen n=1 "onderzoek";
* hebben onvoldoende kennis van geneesmiddelenonderzoek en -eigenschappen;
* maken matig gebruik van de mogelijkheden van hun HIS.
De vraag
Kan de zwakte van de huisarts gecompenseerd worden met de (potentiële) kracht
van de apotheker?
Het doel
* een kwalitatief beter voorschrijfgedrag in de eerstelijn;
* betere onderbouwing van keuzes voor geneesmiddelen;
* meer aandacht voor interacties;
* meer op de patiënt afgestemde keuzes;
* minder morbiditeit, ziekenhuisopnames en doden door medicatiefouten;
* kostenbesparing.
Het plan
* Schaf de apotheek af. Vervangen door centrale uitgiftepunten met robots en
koeriersdiensten;
* Apotheker wordt eerstelijnsconsulent. Hij gaat werken in een spreekkamer en krijgt de o.a. verantwoordelijkheid voor de preparaatkeuze na de diagnose door de huisarts, die een geneesmiddelengroep suggereert;
* Genees de huisartsen van de illusie dat zij degenen zijn die de preparaatkeuze het beste kunnen maken. Dit is een lastig onderdeel van het plan. (Mogelijk heeft VSM hier druppels voor.)
De samenvatting
Dit plan leidt tot versterking van de eerstelijn door het verzorgen van betere
geneesmiddelenkeuze en -controle. Hierbij wordt de apotheker weer ingezet als
wetenschappelijk opgeleide farmaceutisch specialist en niet meer als winkelmanager/doorgeefluik.
Een herwaardering van farmaceutische kennis in een professionelere eerstelijnszorg.
Met het plan is een grote kwaliteits- en doelmatigheidswinst te behalen.
Koen Vrijmoet, huisarts te Soest Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Met dank aan P. Mout, huisarts en H. Atta, apotheker
Afbouwen SSRI's: onttrekkingsverschijnselen of een kwestie van doorzetten
Dat de gebruiker van een SSRI tegen grote problemen oploopt wanneer hij wil minderen of stoppen met de medicatie is bekend. De onttrekkingsverschijnselen kunnen zeer hevig zijn. Bijsluiters zijn zeer vaag hierover: 'niet in één keer stoppen, maar geleidelijk afbouwen en in overleg met arts en/of apotheker'.
Na een zeer negatieve ervaring met het stoppen met Paroxetine Hcl in 2003, wilde ik dit jaar - op eigen intitatief, vanwege bijwerkingen - mijn gebruik van Efexor XR verlagen van 150 mg naar 75 mg per dag. Na consultatie van de helpdesk van de Stichting Pandora kwam ik terecht op een mijns inziens verantwoord afbouwschema. Ik heb het schema op papier gezet en ben - na het met mijn huisarts te hebben besproken - naar mijn apotheker gegaan. Het eerste gesprek leverde niets op, behalve verwarring over de samenstelling van de capsule. Vervolgens heb ik de fabrikant gebeld. Op vrijwel alle vragen was het antwoord 'daar hebben wij geen klinische ervaring mee'. Maar daarnaast wist men mij wél te vertellen dat niet de capsule de gereguleerde afgifte regelt, maar de korreltjes in de capsule. Ik was toen wat wijzer dan mijn apotheker, dacht de oplossing te hebben en ging weer naar hem toe. Helaas zag hij toen allerlei andere beren op de weg en de slotsom was dat hij niet een op mij afgestemde hoeveelheid kon of wilde samenstellen (vanwege vermeende risico's?). Na enige weken had ik de moed weer verzameld en een andere apotheker gebeld met de vraag of híj hiermee ervaring had. En ja! Ervaring, én bereidheid om mij te helpen. Uiteraard ben ik klant bij hem geworden en zit inmiddels in de tweede fase (van drie) van het afbouwen. Over vier maanden ben ik dan beland op 75 mg.
Voor mijzelf kan ik zeer tevreden zijn met dit verloop. Maar hoe gaat het met die duizenden anderen die 'in alle onschuld' aan een SSRI zijn begonnen en die er weer van af willen of willen minderen? Het is van het grootste belang dat artsen de problemen van het minderen of stoppen gaan erkennen. En liefst tegelijkertijd de apothekers, die gebruikers van medicijnen zo veel te bieden hebben. Mijn apotheker vertelde mij dat het 'op maat' maken van een medicijn een zeer arbeidsintensief en tijdrovend werk is. Ik ben hem er dankbaar voor dat hij dit voor mij wil doen. Maar zolang de farmaceutische industrie zélf niet komt met oplossingen voor door henzélf gecreëerde problemen, zit de apotheker daarmee opgescheept (als hij óók de problemen van het afbouwen erkent, zoals mijn apotheker wel deed).
Dit is een oproep aan apothekers:
* erken dat de informatie (bijsluiter) van de industrieën niet juist en compleet
is - in ieder geval de gebruiker niet helpt;
* maak een lijst van beroepsgenoten die bereid zijn medicijnen op maat te leveren, en zorg dat artsen, gebruikers, én de Stichting Pandora daar bekend mee zijn;
* zet de farmaceutische industrie onder druk dat zij meer mogelijkheden en middelen leveren om op maat leveren te kunnen uitvoeren (die 'handige' doorsnij-apparaatjes werken veel te onzuiver, waarom niet in alle tabletten duidelijke breukgleuven, of gratis en voor niks capsules te uwer beschikking stellen?).
Neem medeverantwoordelijkheid voor al die mensen die terecht - maar ook vaak onterecht - een SSRI voorgeschreven hebben gekregen!
Wilma Lakerveld
Meer over dit onderwerp:
- Peeters, F.P.M.L & J. Zandbergen, Heftige onttrekkingverschijnselen met koorts bij afbouw van paroxetine,
Ned Tijdschr Geneeskd 1999 3 juli;143(27).
- http://www.depressie-centrum.nl/forum (ervaringen van gebruikers).
- http://www.stichtingpandora.nl
- http://www.stichtingpandora.nl/cgi-bin/UltraBoard/UltraBoard.cgi (ervaringen van gebruikers).
- Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 2005, nr. 3.
Geheel gewijd aan SSRI's, waaronder een artikel van Stichting Pandora van F. Bos & T. Vriens: Gebruikers over antidepressiva. Vragen en klachten aan de helpdesk van Stichting Pandora.
De kanttekeningen
Tien jaar EMEA, wat is verbeterd?
De European Medicine Evaluation Agency viert zijn tienjarige bestaan met de uitgave van het kleurrijke boek Celebrating ten years, portrait of the European Medicines Agency, een boek vol met loftuitingen van vele verschillende functionarissen. In de tien jaar van zijn bestaan is het de EMEA gelukt om nationale registratie-autoriteiten te coördineren, en daarvoor is een compliment zeker op zijn plaats. Het is echter onduidelijk of die samenwerking de kwaliteit van de registratie - en daarmee de veiligheid van patiënten - heeft verbeterd. Aan het boek heeft, zo te zien tussen alle indrukwekkende afkortingen, geen enkele patiëntenorganisatie bijgedragen.
Heeft een grotere transparantie van procedures, het gebruik van performance indicators en andere organisatorische maatregelen waarop de EMEA zo trots is, de kwaliteit van de registratie verbeterd? Het is al een omen dat deze organisatie onder toezicht staat van het Directoraat Generaal 'Enterprise and Industry' en niet 'Health and Consumer Protection'. Zowel de EMEA als de nationale registratieorganisaties blijven immers in hoge mate afhankelijk van de fee's van de farmaceutische industrie. De recente historie heeft ons ook geleerd dat het nog steeds gemakkelijk is om in de registratieprocedure ongewenste gegevens toch maar niet in te leveren of ter sprake te brengen. En dan blijkt de slagvaardigheid van deze supranationale organisatie opeens toch beperkt. Luidt het aloude spreekwoord niet: wiens brood men eet, diens woord men spreekt?