De laatste tijd viel het ons op dat de nachtcasuïstiek steeds beter werd beantwoord. Petje af voor de farmacieopleiding. Het niveau van de afgeleverde studenten wordt steeds beter, dachten wij. De faculteit zelf hielp ons uit de droom: de verschillende nachtcasus circuleerden inmiddels onder de studenten, onder het motto 'beter goed gejat dan zelf slecht nagedacht'. Ze waren dus voorbereid op het nachtelijke telefoontje. Nog steeds petje af voor de opleiding, want wat hebben ze hun studenten toch goed door! Wat nieuwe nachtcasuïstiek liet de aankomende apothekers weer terugvallen naar hun oude niveau en mijn assistenten verkneukelen zich weer.
Natuurlijk is studentje pesten niet gemeen bedoeld. Al jaren worden in onze apotheek studenten farmacie en leerling apothekersassistenten met veel plezier begeleid en het apotheekteam heeft vrijwel altijd erg leuke contacten met hen. Deze contacten geven aan de andere kant vaak weer een frisse kijk op onze bedrijfsvoering, waar wij ook weer ons voordeel mee kunnen doen.
Deze kruisbestuiving beogen wij ook met Pharma Selecta. Studenten farmacie ontvangen in de eindfase van hun studie via de universiteiten een proefabonnement. Allereerst om ze kennis te laten maken met het blad als informatiebron, maar hopelijk wordt een aantal aanstormende collega's ook enthousiast om zélf mee te werken aan de totstandkoming ervan. Nu hebben we nog pret om de onervarenheid van onze aanstaande collega's, maar over enige tijd leren wij van hén.
Beste studenten, waarde aanstaande collega's, vat het niet persoonlijk op en gun ons onze lol, nu het nog kan.
Jos Lüers, hoofdredacteur
De kanttekeningen
Alsof je neus bloedt
In navolging van supermarkten, banken en bierfabrikanten, proberen ook sommige farmaceutische industrieën een graantje mee te pikken van de aandacht voor het WK voetbal, om hun product onder de aandacht te krijgen. De producent van een nieuw middel tegen bloedneuzen meldt opschepperig dat het Nederlands Elftal sinds kort geen wedstrijd meer speelt zonder hun middel in de verzorgingstas te hebben. Bloedneuzen zouden immers veelvuldig voorkomen tijdens het voetbal en zeker bij wedstrijden op grote hoogte, zoals in Zuid-Afrika. Ook Nederlandse topclubs zijn onlangs verblijd met een gratis verpakking van dit middel. En ook Luis Suárez kan het zich toch niet permitteren om de belangrijkste penalty van de wedstrijd te missen omdat hij afgeleid wordt door een straaltje bloed dat uit zijn neus over zijn onbevlekte voetbalshirt stroomt... Nee, dit middel is onmisbaar en hét geheime wapen. Niet in de verzorgingstas betekent eigenlijk directe degradatie; eigen schuld dikke bult.
Een mooi voorbeeld van het gebruik van emotie in de reclame: de bezitter van het product is succesvol, de ander de loser. Probeer dán nog maar eens te doen alsof je neus bloedt.
Bijsluiter als app
Zowel patiënt als behandelaar vindt goede informatie over geneesmiddelen belangrijk. Volgens onderzoek dat onlangs in opdracht van het Pijnstiller Infocentrum is uitgevoerd, hebben patiënten het meeste vertrouwen in de informatie van de huisarts, gevolgd door de bijsluiter. Onbetrouwbaar vindt men informatie via internetfora, sociale netwerksites en kranten en televisie. Persoonlijk contact met de huisarts wordt het meest op prijs gesteld, maar kost uiteraard tijd voor zowel patiënt als huisarts.
In het geval van informatie over vrij verkrijgbare geneesmiddelen staat de huisarts helemaal buiten beeld. Daarom is het belangrijk dat de toegang van de patiënt tot de betrouwbare bijsluiter van deze geneesmiddelen goed en gemakkelijk geregeld is, aldus Neprofarm, de Nederlandse Vereniging van de Farmaceutische Industrie van Zelfzorggeneesmiddelen en Gezondheidsproducten. Om de bijsluiter van zelfzorggeneesmiddelen toegankelijker te maken voor de consument, is de website www.zelfzorg.nl mobiel beschikbaar gemaakt. Daarnaast is een iPhone-applicatie van zelfzorg.nl ontwikkeld, waarmee de consument de barcode op de verpakking kan scannen, waarna de bijsluiter verschijnt op het scherm. Wellicht is dit ook voor de KNMP een signaal om haar consumentenwebsite toegankelijk te maken via de nieuwe en hippe communicatiemiddelen.
Bron: Persbericht Pijnstiller Infocentrum 30 juni 2010.
Gelezen
Statines toch niet door drinkwater
Het effect van therapie met statines op de sterftekans van patiënten met bestaande hart- en vaatziekten is onomstotelijk bewezen. Minder bewijs is er voor het gebruik van deze middelen bij patiënten met een verhoogd risico, maar zonder klinisch manifeste van hart- en vaatziekte, de zogenaamde primaire preventie. Geregeld verschijnen er onderzoeken, zoals de JUPITER-studie, waaruit ook een effect bij deze groep zou moeten blijken, maar daar tegenover staan ook onderzoeken die de werkzaamheid bij primaire preventie níet kunnen aantonen. In eerder uitgevoerde meta-analyses werden ook altijd data meegenomen van patiënten die al klinisch manifeste hart- en vaatziekte hadden. Meer duidelijkheid is dus gewenst.
In een onlangs in de Archives of Internal Medicin gepubliceerde meta-analyse, is het effect gemeten van statines op de totale sterfte in eerder uitgevoerde onderzoeken bij risicopatiënten zonder manifeste hart- en vaatziekte en bij onderzoeken waarin subgroepdata van deze patiëntengroep konden worden geïdentificeerd. Uit elf verschillende studies konden data van 65.229 patiënten worden geanalyseerd. Het gebruik van statines bleek niet geassocieerd met een statisch significante reductie van het totale sterfterisico (RR 0,91, 95% CI 0,83-1,01). Patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekte, zoals rokers, ouderen en patiënten met hypertensie en/of een verhoogd LDL-C, maar zónder klinisch manifeste hart- en vaatziekte, blijken geen baat te hebben bij therapie met statines met betrekking tot hun sterftekans. De keuze om een statine voor te schrijven aan deze groep, zal dus weloverwogen en op individuele basis moeten gebeuren.
Literatuur: Arch Intern Med 2010;170(12):1024-1031.
Nieuw vitamine K-advies
De Gezondheidsraad raadt ouders en verzorgers aan om de hoeveelheid vitamine K voor baby's die borstvoeding krijgen in de eerste drie maanden te verhogen van 25 naar 150 microgram per dag. Sinds 1990 krijgen alle pasgeborenen in Nederland direct na de geboorte 1 milligram vitamine K oraal toegediend om vroege (tot 24 uur na de geboorte en meestal veroorzaakt door medicatiegebruik bij de moeder) en klassieke (tussen 24 uur en 7 dagen na de geboorte) bloedingen ten gevolge van vitamine K-deficiëntie te voorkomen. Vervolgens moeten alle borstgevoede baby's vanaf dag 8 tot de leeftijd van drie maanden 25 microgram vitamine K oraal krijgen om late deficiëntiebloedingen (tussen één en twaalf weken na de geboorte) te voorkomen. Deze dosering biedt gezonde, borstgevoede zuigelingen een goede bescherming, maar zuigelingen met een gestoorde vetopname zijn minder goed beschermd, doordat bij hen vitamine K minder goed wordt opgenomen in het lichaam. Een gestoorde vetopname komt voor bij naar schatting één op de twintigduizend pasgeborenen.
Uit Deens onderzoek is gebleken dat borstgevoede baby's vaker last hebben van bloedingen. Nederlands onderzoek bevestigt dat de aanbevolen hoeveelheid vitamine K sommige baby's onvoldoende beschermt. Het advies voor vitamine K wordt daarom aangepast. Het advies geldt uit voorzorg voor alle baby's die borstvoeding krijgen, omdat het nog niet mogelijk is om alle baby's met een verstoorde vetopname vroegtijdig op te sporen. Voor zuigelingen die flesvoeding krijgen is deze dagelijkse hoeveelheid niet nodig, omdat flesvoeding meer vitamine K bevat en deze een hogere biologische beschikbaarheid kent.
Bron: www.gezondheidsraad.nl