Beide leerlingen werden met het onderzoek en het bijbehorende werkstuk landelijk winnaar van de Van Melsen-prijs en internationaal winnaar van de XVIIIth International Conference of Young Scientists in de categorie life sciences. Ze ontwikkelden een methode om oxytocine gedroogd - en daarmee veel beter bestand tegen warmte - in een injectiespuitje te brengen, waarna het in de spuit kan worden opgelost voor gebruik.
Wie denkt dat hiermee direct tienduizenden Afrikaanse vrouwen kunnen worden gered is wat naïef. De Wereldgezondheidsorganisatie WHO staat het gebruik niet toe omdat het middel in deze vorm niet geregistreerd is. De vakgroep waar het onderzoek is uitgevoerd is nu naarstig op zoek naar sponsors om het peperdure registratieonderzoek te bekostigen. Helaas is voor een organisatie als de WHO bureaucratische pennenlikkerij belangrijker dan maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Jos Lüers, hoofdredacteur
Uit de praktijk
Artsenverklaring hier, apotheekinstructie daar..
Om het administratieve leven van apothekers nog wat te verzwaren komen verschillende preparaten niet direct voor vergoeding in aanmerking. Deze zogenaamde bijlage 2 geneesmiddelen worden vergezeld van een artsenverklaring die door Zorgverzekeraars Nederland wordt aangeboden. Deze verklaringen dienen door voorschrijvers te worden ingevuld en al naar gelang de verschillende stappen komt de patiënt voor vergoeding in aanmerking. Voor zover niets nieuws. Voor de apotheker is het zaak om de artsenverklaring met behulp van de apotheekinstructie na te lopen en te controleren of deze correct is ingevuld. De apotheekinstructie geeft aan welke aanvullende controles uitgevoerd dienen te worden door de afleverende apotheek. Voor de meeste preparaten zijn deze controles evident, maar bij een aantal is het door het oerwoud aan regeltjes onoverzichtelijk. Hieronder een aantal tips om bij eerste en vervolguitgiftes rekening mee te houden.
Bloedglucoseverlagende middelen spannen de kroon in administratieve kronkels met de komst van de nieuwe generatie middelen als de dipeptidylpeptidase-4 (DPP-4)-remmers en de glucagonachtig peptide-1 (GLP-1)-agonisten. Voor de DPP-4-remmers Januvia®, Galvus® en Onglyza® geldt dat de verstrekking gedeclareerd mag worden mits gecombineerd met of metformine of een sulfonylureumderivaat (SUD). Daarnaast geldt dat Januvia® ook voor vergoeding in aanmerking komt als monotherapie en als tripeltherapie met zowel een SUD als metformine. Discrepanties treden op met de registratieteksten, aangezien Januvia® ook geregistreerd is voor combinatietherapie met insulines en thiazolidinedionen (Actos®). Dat laatste geldt ook voor Galvus® en Onglyza®. Registratiestatus of niet, deze combinaties zijn niet in te dienen bij de verzekeraars. De verwarring is dus compleet doordat er dus tussen de DPP-4-remmers onderling ook nog verschillen zijn in de vergoedings- en registratiestatus. Zie tabel 1.
Kortom het is opletten geblazen met de nieuwe generatie geneesmiddelen, maar hopelijk geven deze tips enig houvast.