actueel
HOPE doet leven
In een internet pre-release op de site van de New England Journal of Medicine zijn de buitengewoon gunstige resultaten bekend gemaakt van de Heart Outcomes Prevention Evaluation (HOPE) studie.
In de HOPE-studie is het effect onderzocht van de ACE-remmer ramipril in combinatie met vitamine E bij patiënten met een hoog risico op cardiovascula ire complicaties zonder aanwijzingen voor linker-ventrikeldysfunctie en/of hartfalen.
Patiënten met een coronaire vaataandoening, een perifere vaataandoening, een doorgemaakte beroerte of diabetes mellitus plus tenminste één andere risicofactor (hypertensie, verhoogd cholesterol, roken of albuminurie) maar zonder tekenen van hartfalen en/of een verlaagde linker-ventrikelejectiefractie werden in het onderzoek ingesloten. De behandeling bestond uit een maal daags 10 mg ramipril of placebo. Daarnaast werd behandeld met 400 IE vitamine E of placebo (er waren dus vier behandelmodi).
In de ramiprilgroep werden per protocol 4.645 patiënten en in de placebogroep 4.642 patiënten ingesloten. Het gecombineerde primaire eindpunt bestond uit dood door een myocardinfarct of andere cardiovasculaire oorzaak of ten gevolge van een beroerte. Een primair eindpunt werd bereikt door 653 patiënten in de ramiprilgroep (14,1% per protocol) versus 824 in de placebogroep (17,7% per protocol). De zeer significante uitkomst van dit onderzoek (p<0,001) toont aan dat ACE-remming ook bij afwezigheid van linker-ventrikeldysfunctie in een brede groep cardiovasculaire high-risk patiënten gunstig is.
Bron: http://www.nejm.org">http://www.nejm.org.
Gelezen
Consumentenbond houdt apothekers en artsen wakker
De Consumentengids besteedt deze maand uitgebreid aandacht aan het medicatiebewakingssysteem van de apothekers en huisartsen. Naast gunstige effecten kent geneesmiddelgebruik ook een schaduwzijde. Volgens de Consumentenbond is een paar procent van de ziekenhuisopnamen te
wijten aan (verkeerd) medicijngebruik. 15% van het gezondheidszorgbudget wordt besteed aan het behandelen van patiënten met problemen met hun geneesmiddelen.
In samenwerking met 18 apotheken werden 3000 enquêtes verspreid onder gebruikers van plastabletten en antistollingsmiddelen. Uit de 900 reacties die men hierop kreeg, concludeert de Consumentenbond dat artsen regelmatig riskante medicijncombinaties voorschrijven en dat apothekers die vervolgens zonder waarschuwing afleveren.Het onderzoekje is wetenschappelijk niet sterk van opzet en in de conclusie die men trekt dat het controlesysteem volledig faalt, ontbreekt iedere nuancering. Toch mag het resultaat worden gezien als een aanwijzing dat de medicatiebewaking in veel Nederlandse apotheken nog niet volgens de NAN gebeurt.
De Consumentenbond ziet nog een aantal mogelijkheden om de gevaren van geneesmiddelgebruik te beperken. Gepleit wordt onder meer voor een meldpunt waar gebruikers hun ervaringen met geneesmiddelen kwijt kunnen. Niet omdat de Stichting Lareb haar werk niet goed zou doen, maar omdat uit onderzoek gebleken is dat gebruikers van medicijnen veel attenter zijn op bijwerkingen dan hun artsen en apothekers.
Daarnaast pleit de Consumentenbond voor electronisch voorschrijven; 80% van de fouten staat in recepten die door de dokter met de hand geschreven zijn. Helaas blijkt ook het medicatiebewakingssysteem van de computer niet waterdicht te zijn. Zelfzorgmiddelen worden bijvoorbeeld meestal niet geregistreerd en met veel bewakingssignalen die de computer genereert, wordt in de praktijk niets gedaan.
De Consumentenbond besluit met de opmerking dat de patiënt niet gebaat is bij de twist tussen de huisarts en apothekers over wie de controle over het medicijngebruik van de patiënt moet hebben. Beiden hebben een belangrijke controlerende functie, maar maken nog onvoldoende gebruik van hun geautomatiseerde controlemogelijkheden.
Bron: Consumentengids november 1999(11), jaargang 47, pag 8-14.
Slapen met licht aan maakt kippig
Bij kleine kinderen en baby's die met het licht aan slapen treedt op latere leeftijd meer bijziendheid op. Een studie bij 479 kinderen tussen de twee en zestien jaar laat zien dat bijziendheid vijf maal zo veel voorkomt bij kinderendie tot de leeftijd van twee jaar met het licht aan slapen. Hiermee wordt gesuggereerd dat de afwezigheid van een donkere periode gedurende de nacht een belangrijke risicofactor voor bijziendheid is.
Van de kinderen die in het donker sliepen ontwikkelde 10% bijziendheid vergeleken met 34% bij kinderen die in gedempt licht sliepen en 55% bij kinderen die met vol licht sliepen. De onderzoekers geven zelf aan dat verder onderzoek nodig is. Er werd bijvoorbeeld niet gecorrigeerd voor bijziendheid bij de ouders.
Literatuur: Tonks. Br Med J 1999;318:1369.